Spring – een creatieve schrijfopdracht

Deze creatieve schrijfopdracht focust op het maken van omschrijvingen. Het leert leerlingen oog te hebben voor detail en dat zo goed mogelijk te omschrijven. Dit is niet alleen belangrijk voor creatief schrijven, maar ook voor het goed verwoorden van argumenten in opstellen en het opmaken van verslagen (report in FCE/CAE).

De opdracht is gemaakt voor klas 3vwo, maar kan ook voor hogere klassen worden gebruikt of zelfs volwassen onderwijs. Het verwachte taalniveau zal dan anders zijn.

Ik geef hier naast de pdf ook het Word bestand zodat je zelf makkelijk aanpassingen kunt maken. Ik heb de volgende fonts gebruikt:

Alle geschreven tekst (los van de citaten) vallen onder een Creative Commons BY-NC-SA licentie, oftewel, deel en verander wat je wilt, maar deel onder gelijke licentie, zonder commercieel oogmerk en pretendeer niet dat het jouw werk is

.Creative Commons License

[pdf-embedder url=”https://drakenvlieg.nl/wp-content/uploads/2020/04/Spring.pdf”]

 

PDF bestand link.

Word bestand link.

Virginia Woolf Reading Group in crisistijd

Het begon met een simpel idee om naast de hectiek en het goede van online lessen, virtuele klaslokalen, formatieve en summatieve toetsing, bereikbaarheid van de leerlingen en hulp aan collega’s, iets voor mijzelf te doen waar ik blij van zou worden. Daarom besloot ik terug te gaan naar mijn studietijd om Virginia Woolf te bezoeken en haar weer te herlezen. Het is immers alweer meer dan 15 jaar geleden dat ik mij verdiepte in de Modernistische schrijfster en mijn scriptie erover schreef.

Maar ik wilde meer. Ik wilde leerlingen die aan de sterkere kant zijn in mijn vak de optie bieden om mee te doen. Zo kan ik mijzelf ‘verplichten’ het serieus op te pakken, materiaal te maken en interessante gesprekken te voeren. De keuze was toen vrij snel gemaakt: Mrs. Dalloway. Mrs. Dalloway is één van Woolfs bekendste werken en bevat veel van haar typische elementen. In mijn scriptie, dat over de effecten van de zee ging, had ik Mrs. Dalloway niet echt betrokken. Verder dan de werkgroep “Virginia Woolf” op de universiteit was het niet geweest. Het boek heeft een blauw label en is behoorlijk lastig voor leerlingen om zelfstandig doorheen te komen. Dan is het fijn als een docent leerlingen daarin kan begeleiden en sturen waar nodig.

Op het moment van schrijven hebben zich 13 leerlingen en één collega zich aangemeld voor de groep. Eén uit klas 4, zeven uit klas 5 en vier uit klas zes. Er zijn drie jongens en tien meisjes. Waarom leerlingen zich hebben opgegeven is nog moeilijk te duiden (al zal ik dat achteraf natuurlijk vragen). Ik denk dat het zeker helpt dat iedereen meer tijd heeft in verband met de Coronacrisis en deze leesgroep ook weer een stukje verbondenheid op afstand geeft.

Dit is hoe ik te werk ben gegaan. Ik geef les aan twee vijfde en twee zesde klassen. Ik heb één leerling uitgenodigd uit klas 4. Zij volgt Engels niet bij mij in de les, omdat zij een versneld programma volgt en dan vakken van klas 5 doet. Dit was voor mij een manier haar toch Engels op een hoger niveau mee te geven.

De centrale groep die ik wilde betrekken was klas 5. Zij moeten immers volgend jaar hun leeslijst van acht boeken compleet hebben en dit geeft hun een mogelijkheid daar begeleid aan te werken. Omdat ik weet dat er in klas 6 ook een aantal leerlingen zitten die hierin geïnteresseerd zouden kunnen zijn, heb ik in de vier Whatsapp groepen die ik standaard heb, het volgende bericht gezet:

Blijkbaar is het verhaal een eigen leven gaan leiden omdat ik ook aanvragen kreeg van leerlingen die ik geen les meer geef of nooit heb lesgegeven. Dit heeft er denk ik mee te maken dat Virginia Woolf toch een soort mythische en mystieke status heeft. Daarnaast snijdt zij onderwerpen aan die jongeren van vandaag nog steeds bezighouden zoals ouder worden en homoseksualiteit. Ook de ‘stream of consciousness’ en impressies en verbeeldingen die daarbij komen, hebben een nieuwe betekenis gekregen met de mobiele telefoons: flarden van gedachten vliegen door ons hoofd door de constante notificaties die we elke dag binnenkrijgen.

Zoals is te lezen in mijn Whatsapp post, geef ik al antwoord op veel vragen die leerlingen zouden kunnen hebben:

  • Hoeveel tijd gaat dit mij kosten?
    Het project duurt 5 weken (ondertussen 6). Je leest 50 bladzijden per week.
  • Hoe houden we contact?
    Eén keer per week via Teams om ervaringen uit te wisselen.
  • Wat als ik het moeilijk vind, of vast kom te zitten?
    Je krijgt begeleiding.
  • Mag ik het boek op mijn leeslijst zetten?
    Ja, blauw label.
  • Het groot gaat de groep worden (bij een te grote groep wordt de leesgroep minder waardevol).
    Maximaal 10 en anders wordt er gesplitst.
  • Hoe kom ik aan het boek?
    Zelf aanschaffen, of gratis epub/pdf downloaden die wordt voorzien door de docent.
  • Virginia Woolf?
    Een korte introductie om een beeld te vormen.

Een leesgroep is geen les. Ik hoef dus niet 6 weken lessen voor te bereiden. Tijdens de introductie geef ik wel veel achtergrondinformatie en tips hoe je Virginia Woolf beter kunt lezen. Dit heeft de vorm van een les. Als ik leerlingen direct aan het lezen zet, missen ze waarschijnlijk een groot gedeelte van wat Virginia Woolf, Virginia Woolf maakt. Aan de andere kant moet ik ook keuzes maken wat ik wil uitlichten.

Ik heb een Moodle vak gemaakt om alle informatie te verzamelen. Hier staan ook een aantal video’s. In de introductie vertel ik over Virginia Woolf en wat haar zo speciaal maakt. Ook ligt ik het Modernisme toe. Om bekend te raken met de stijl van Woolf lezen ze “The Death of the Moth”: Woolf lees je als verhalende poëzie, de stroom aan gedachten is belangrijker dan het eindpunt. Vervolgens lezen ze het korte verhaal “Mrs. Dalloway in Bond Street”. Op deze manier raken ze al een bekend met de roman en kunnen we de volgende sessie al praten over haar stijl van schrijven, zonder dat we al aan het eigenlijke boek zijn begonnen. 

Om het lezen persoonlijk te houden krijgt ieder groepslid, inclusief mijzelf, de opdracht een interessant stukje te citeren. Zo kunnen we tijdens de Teams sessies over persoonlijke leeservaringen praten zonder dat er iemand niet aan het woord komt of er stiltes vallen. Ik heb ook een aantal leesgroepvragen op internet gevonden, maar deze zijn secundair.

Dan krijgen we 4 vier weken lezen. De meivakantie maakt zaken een beetje gecompliceerd, maar dat zal ik met de groep moeten bespreken. In deze vier weken lezen leden het boek en bespreken we telkens leeservaringen. Ik kan kort een aantal zaken aanstippen die ik in de introductie heb besproken om leden te leren hoe de elementen van Woolf te herkennen en te interpreteren.

In de laatste week gaan de leden zelf een ‘stream of consciousness’ schrijven van 300-400 woorden. Dit geeft leerlingen de mogelijkheid iets persoonlijks met het boek te doen.  Ik kan de verhalen bundelen en naar ieder lid sturen. Het vormt dan ook een mooie afsluiting van het project.

 

Tips:

  • Wil niet te veel of te groot. Ik zou al blij zijn geweest als ik een groep van 3 had. Bij een succes zal je merken dat het rond zal gaan door de school en de volgende leesgroep meer animo zal hebben. Kwaliteit is dus van veel groter belang dan leerlingaantallen.
  • Lees een boek waarvan je weet dat het interessant voor jou is, zodat je je erin kunt verdiepen. Ik weet wat ik van Mrs. Dalloway kan verwachten, al weet ik heel veel dingen niet meer na vijftien jaar.
  • Wees helder in je doel, de moeilijkheid en de hoeveelheid tijd dat het leerlingen gaat kosten.
  • Kies een boek wat leerlingen lastig zullen gaan vinden om zelfstandig te lezen, andere voorbeelden zijn Midnight’s Children, 1984, Cloud Atlas en Of zorg voor een interessante invalshoek.
  • Zie groepsleden als gelijken. Sta open voor hun interpretaties. Leerlingen hebben vanuit zichzelf al het respect naar de docent (zeker in dit soort projecten).
  • Zorg voor extra materiaal voor leerlingen die sneller lezen. In mijn project is het lezen van “A Room of One’s Own”.
  • Geef leerlingen genoeg houvast zoals een karakterweb om zoveel mogelijk zelfstandig te laten lezen.

Creatief Schrijven in Tijden van Crisis

Ik ben al enige tijd bezig met het onderzoeken en uitwerken van het integreren van creatief schrijven in mijn lessen Engels. Dit jaar ben ik begonnen met het uitproberen van een aantal creatief schrijven opdrachten in klassen 3, 5 en 6 VWO. Nu ik weet waartoe mijn onderwijs is en hoe ik mijn leerlingen kan motiveren om aan de slag te gaan, zoek ik een methode om leerlingen meer plezier in mijn vak te hebben en te laten ondervinden welke potentie taal heeft.

Het was de bedoeling na de zomervakantie hier degelijke artikelen over te schrijven en de vele manieren van creatief schrijven te onderzoeken en aan te bieden. De Coronacrisis heeft de zaak op zijn kop gegooid. Ook ik ben veel met ICT bezig om leerlingen te voorzien van de kennis en kunde van mijn vak, maar daarbij bekruipt mij wel meer en meer de vraag of het scherm de enige manier is om leerlingen te motiveren iets te gaan doen.

Daarom dat ik heb besloten de schetsen in mijn hoofd al met de wereld te delen om collega’s te helpen met het aanbieden van creatief schrijven opdrachten. Ik ga hier nu geen kant-en-klare schrijfopdrachten geven. Dat is inefficiënt. Verschillende opdrachten kunnen in verschillende talen, op verschillende niveaus worden aangeboden. Uiteindelijk zullen die degelijk uitgewerkte artikelen met uitgewerkte voorbeelden en documenten zeker komen, maar nu alvast een tipje van de sluier.

Photo by Green Chameleon on Unsplash

Voordat je begint met creatief schrijven zijn er een aantal randvoorwaarden waaraan je moet voldoen om creatief schrijven een succes te maken.

1. Schrijf zelf
Je leert jezelf alleen de problemen te (onder)kennen waar leerlingen tegenaan lopen als je ze zelf hebt ondervonden. Creatief schrijven is niet een opdracht die je enkel geeft, je doet hem samen. Zo zien leerlingen ook dat het niet uitmaakt hoe goed je in een taal bent, als je maar schrijft. Vind je het eng om zelf te schrijven en werk door anderen te laten lezen? Waarom zou je het je leerlingen aandoen? Koop voor jezelf een boek over creatief schrijven, volg een MOOC cursus. Informeer jezelf en draag die kennis en ervaring over aan je leerlingen.

2. Geen cijfer
Geef geen cijfer. Cijfers begrenzen de creativiteit. Risico’s worden niet genomen, met taal wordt niet gespeeld of geëxperimenteerd. Creatief schrijven is een persoonlijk project en wanneer je een schrijfopdracht becijferd, becijfer je indirect de persoon achter het schrijven. Leerlingen vragen vaak wat je ervan vond. Het is aan jou hoe daar antwoord op te geven, met andere woorden: hoe geef je betekenisvolle feedback zonder te be- of veroordelen? Ik probeer dan de goede dingen te benoemen, maar wel eerlijk te zijn als er echt iets niet lekker loopt. Leerlingen verwachten dat ook.

3. Wees bereid om veel te lezen

Besef dat als je een schrijfopdracht geeft, je ook de resultaten tot op zekere hoogte (zie punt 4) behoord te lezen. Heb je geen tijd om dat te doen, dan moet je je afvragen of het zinvol is om de opdracht te geven. Naast het feit dat het motiverend voor de docent kan werken om te zien wat zijn of haar leerlingen allemaal kennen en kunnen, is het voor leerlingen belangrijk dat hun leraar, hun mentor in het schrijven, hen ziet en respecteert.

4. Beperk het in te leveren werk

Dit betekent niet dat je alle schrijfopdrachten moet laten inleveren. Een goede methode, om veiligheid te creëren, is leerlingen te laten kiezen welke opdracht ze in willen leveren. Zo krijgen ze de optimale mogelijkheid om te experimenteren en hun mooiste werk in te leveren. Voor jou als docent beperkt dit het te lezen werk.

5. Doel en kaders

Het meest dodelijk voor een creatieve opdracht is te stellen dat alles mag, en je je fantasie helemaal de vrije loop mag laten gaan. Mensen neigen dan namelijk in vaste patronen te vervallen, de makkelijke weg te kiezen. Stel voor jezelf een doel en kaders bij de opdracht. Creatief schrijven is meer dan alleen maar een beetje spelen met woorden en ideeën. Het ontbreken van kaders ontneemt ook een belangrijk onderwijskundig doel: creatieve oplossingen bedenken in begrensde situaties, met andere woorden, in het echte leven met creatieve oplossingen komen voor problemen.

Een doel kan een bepaalde grammaticale structuur zijn, of vanuit literatuur een bepaalde insteek zoals een bepaalde stijl. De kaders zijn de grenzen waarbinnen de schrijvers een creatieve oplossing moeten vinden. Dit kan de setting zijn, of een verhaalperspectief, of geen gebruik te maken van bijvoeglijke naamwoorden (om bijvoorbeeld het gebruik van werkwoorden en daarmee actie te bevorderen in plaats van omschrijving).

6. De juiste tijd voor iedere schrijver

Met het afstandsonderwijs heb je hier niet veel last van, maar creëer in klassensituaties ruimte in de les om te schrijven. Mijn leerlingen mogen altijd met muziek op schrijven. De opdracht is af te ronden binnen die les. Echter, als je als leerling thuis extra tijd wilt besteden aan je schrijfopdracht kan je daar meer tijd aan besteden. Zo differentieer je met een minimale ‘eis’ maar geef je ruimte voor hen die er meer tijd aan willen besteden.

7. Accepteer dat niet iedere leerling enthousiast is

Accepteer dat niet alle leerlingen enthousiast zullen worden over creatief schrijven. Het doel van onderwijs is echter niet om jongeren te vermaken. Ik pas creatief schrijven toe omdat ik het een belangrijke opdracht vind in de taalontwikkeling. Niet iedereen zal er zijn of haar ziel hen zaligheid ingooien. In dat geval worden het doel en de kaders heel belangrijk. Leg altijd (kort) uit waarom creatief schrijven kan bijdragen aan betere schrijfvaardigheid, verbeeldingskracht (en daarmee creatief denken) en woordenschat.

8. Publiceer het werk

Er zijn verschillende manieren om geschreven werk te publiceren. Dit kan op papier (als je die ruimte op school hebt qua printkosten), of digitaal in een pdf-bestand of op een website zoals wordpress.com. Ik publiceer de werken naamloos. Leerlingen kunnen aan elkaar aangeven welk werk van hen was, maar ik wil de veiligheid en privacy waarborgen van leerlingen die zich onzeker voelen.

Afstandsonderwijs

Maar hoe zorg je ervoor dat leerlingen meer schrijven en minder achter de computer zitten tijden de Coronacrisis? Zoals gezegd hoeft niet iedere schrijfopdracht te worden ingeleverd te worden. Als je elke week een schrijfopdracht opgeeft, laat je er één per 3-4 weken inleveren. Als je naar het schrijfproces kijkt, blijven veel schrijfopdrachten hangen in de draft  fase. De leerling kiest er één uit om uit te werken in de revision en editing om in te leveren (publication). De revision is dan ook meer dan alleen het overtypen van een draft. Je kijkt kritisch naar je tekst en maak aanpassingen daar waar nodig. Zo kan je een leerling vier schrijfvaardigheidsopdrachten geven, waarbij hij of zij slechts voor een deel achter een computer zit.

In mijn lessen liep ik door het lokaal rond om te scannen of er geschreven werd. Een beetje dagdromen vond ik overigens niet erg, maar er moest uiteindelijk wel iets op papier komen. Hoe je dit op afstand doet, is afhankelijk van hoe jij bent als persoon. Je kunt vragen om foto’s in te leveren (of een verzamelfoto van alle drafts). Je kunt er ook op vertrouwen dat het gros van de leerlingen de opdrachten maken.

De volgende blostpost ga ik in op een aantal opdrachten die je kunt geven.