Hoera! De nieuwe badges zijn binnen! Ik moet ze nog wel even knippen, maar ik kan voorlopig weer even vooruit. Met het arriveren van de nieuwe badges kan ik gelijk wat meer stilstaan bij intrinsieke en extrinsieke motivatie van een gamificationsysteem. Een punt van kritiek kan zijn dat leerlingen alleen nog gaan werken voor de XP-punten of voor stickers en dat zij niet (meer) intrinsiek gemotiveerd zullen zijn.
De magie van stickers
Stickers hebben een magische werking op leerlingen. Ik gaf al stickers aan mijn eerste klassers als zij een 8 of hoger haalden voor hun toetsen. Toen ik een derde klas dit jaar kreeg die ik ook in de eerste had gehad, vroegen ze of ik weer stickers ging geven. Vijfde klassers wilden weten waarom ik af en toe stickers knipte in de les en waarom zij dat niet kregen. Ik heb me al een tijdje afgevraagd waar die magie vandaan komt.
Ik denk voor het grootste gedeelte dat de sticker vooral de symbolische waarde van een schouderklopje is; een tastbaar compliment. Jongeren, net als kinderen, zijn veel op zoek naar aanmoediging, een bevestiging dat je het goed doet. Een sticker geeft dat weer. Voetbal is meer dan een wit-zwarte bal over een wit lijntje krijgen. Een prijzenbeker is meer dan een metaal op een sokkeltje. Een sticker is meer dan een stukje plastic met een plakrandje.
In mijn systeem krijg je niet alleen een sticker als je het uitzonderlijk goed hebt gedaan. Je krijgt ook een compliment als je gewoon je werk doet. Ik straf niet. Ik beloon goed gedrag.
Maar dat zouden jongeren toch gewoon uit zichzelf moeten doen? Ja, dat klopt, en dat zullen ze ook in meer of mindere mate doen, zoals ik later zal laten zien in klas 6. Klas 1, echter, moet nog bepaald leergedrag aanleren. De meeste van onze leerlingen moeten leren leren, iets wat ze op de basisschool niet hebben hoeven doen. Elke dag iets leren en maken, goed opletten in de klas, niet meer de beste zijn op school, het is vaak allemaal anders. Ik kan via badges en XP-punten een beloning geven om dat nieuwe studiegedrag te stimuleren
Het probleem is namelijk dat een toets te ver weg is om de beloning onder ogen te zien. En vaak zegt een toets ook niet alles. Flinke pech, of zenuwen kunnen een toetscijfers lager doen uitvallen dan dat een leerling kan. Door wel het goede studiegedrag te belonen kan ik direct laten zien dat dat gedrag goed is, ondanks de tegenvallende cijfers.
Stickers en XP-punten zijn extrinsieke motivatie, maar die kunnen intrinsieke motivatie aanwakkeren. Door het systeem gaan leerlingen wel intensiever met mijn vak om. De quests, de grotere vaardigheidsopdrachten, zijn bedoeld om leerlingen te laten zien wat ze al kunnen. Ze zullen merken dat door goed werkgedrag hun vaardigheden, net als in een (video)spel beter zullen worden. Ik denk dat leerlingen mijn vak interessanter en leuker kunnen gaan vinden, waardoor intrinsieke motivatie kan ontstaan.
Project 5 (klas 6): intrinsieke motivatie
Vandaag moesten zesde klas leerlingen, die al een tijdje in project 5 zitten, een nieuw assessment doen. Het assessment bepaalt gewoonlijk of je het versnelde programma volgt of niet. Er is dus een behoorlijk beloning te halen. Echter, dit hoofdstuk doen de leerlingen die CAE (het Cambridge certificaat) volgen naast het reguliere programma automatisch het versnelde programma zodat ze meer tijd hebben voor het voorbereiden op het CAE. Toch moesten de leerlingen het assessment doen om te zien hoe goed ze zijn in het aankomende hoofdstuk. Alle leerlingen gingen net zo serieus het assessment maken als alle andere keren. Er was geen beloning aan het einde. De uitslag hielp je niets meer dan alleen maar waar je op dit moment staat, maar toch waren de leerlingen gemotiveerd om het assessment heel serieus te nemen.
Zijn mijn leerlingen nu intrinsiek gemotiveerde, autonomie leerlingen die eigenaarschap op zich hebben genomen over hun leerstof? Nee, dat zeker niet. Er is nog veel werk aan de winkel. In lessen schrijfvaardigheid, die los staan van het basisboek, merk ik nog dat leerlingen moeten worden aangezwengeld om aan het werk te gaan. Ze verwachten nog te veel dat de docent het allemaal wel uitlegd en dat zij alleen maar een samenvatiing hoeven te leren.
Ik denk dat het vooral belangrijk is aan leerlingen een zekere basis te verplichten en daarnaast keuzevrijheid te geven waar ze zich in willen verdiepen. Daarnaast moet zichtbaar worden gemaakt wat de stof voor de individuele leerling van meerwaarde kan zijn.
Badges: meer dan een complimentje
Als laatste denk ik dat badges meer kunnen zijn dan een symbolische duim omhoog. Badges kunnen bijdragen aan een overzicht van wat je tot nu toe hebt gedaan. In Project 5 wil ik uiteindelijk stickers geven voor behaalde PDE (extra programma keuzeopdrachten). Je kunt dan in één oogopslag zien wat je hebt gedaan aan bijvoorbeeld luisteren en spreken en iop basis daarvan overwegen wat meer aan lezen te doen of je nog meer te verdiepen in één van de twee vaardigheden. Ook leerlingen in project 1 kunnen aan hun badges zien hoeveel werk ze hebben verzet voor Engels: hoeveel ELO opdrachten, hoe goed woordjes geleerd, hoeveel grammatica uitleg doorgewerkt, hoeveel DuoLingo opdrachten gedaan etc. Verzet werk wordt zichtbaar en kan daarbij als goede basis dienen voor keuzevrijheid en eigenaarschap.