Afgelopen week heb ik een enquête gehouden onder de drie eerste klassen (ongeveer 80 leerlingen) die het afgelopen jaar met het puntensysteem hebben gewerkt. Er zijn weinig grote verschillen met de enquête van vorig jaar, maar er zullen volgend jaar wel een aantal veranderingen komen.
Punten vs. S.O.
Bij de open vragen kwam, net als vorig jaar, naar voren dat veel leerlingen liever een S.O. hebben omdat ze dan alleen de dag van te voren hoeven te leren. Dit is juist wat dit systeem probeert tegen te gaan. Wil je kennis in het lange termijn geheugen krijgen dan moet je veel herhalen en is een uurtje of twee leren voor een S.O. niet effectief. In het verlengde zeggen leerlingen ook dat een 8 halen voor een S.O. makkelijker is dan een 8 in het puntensysteem.De vraag is dan hoe kwalitatief die ‘8’ voor een S.O. is.
Ik krijg ook wel eens de vraag van collega’s en buitenstaanders of het proefwerkcijfer van mijn leerlingen beter is dan dat van leerlingen van andere docenten Engels. Ik kan hier geen antwoord op geven. Er zijn grote verschillen tussen klassen en veel variabelen die van invloed zijn op proefwerkcijfers. Mijn klassen behoren, bij Engels, niet tot de zwakste klassen, maar of dit door mijn systeem komt kan ik niet met zekerheid zeggen. Het systeem doet wat ik vind wat een leerling moet doen om beter te worden in Engels: structureel herhalen van de stof.
“ik hou nooit mijn huiswerk bij, bij Engels word ik gedwongen om dat wel te doen. In eerste opzicht irritant, maar eigenlijk een stuk beter.”
Enkele leerlingen geven ook aan meer stress te ervaren bij het behalen van punten. Hier ligt, denk ik, een stukje communicatie. Je mag punten missen om nog steeds een tien te staan. Ook kan in het puntenoverzicht (zie hieronder) een aantal aanpassingen worden gemaakt zodat het inzichtelijker wordt waar je ongeveer staat en of je voor of achter loopt. Je mag fouten maken (productief falen) en toch maximaal scoren.
“Doordat alles naar je U.S.O. cijfer gaat, ga je toch meer je best doen om het af te krijgen.”
Een ander punt dat sommige leerlingen aanhaalden was dat als je al goed bent in Engels, hier weinig rekening mee wordt gehouden in het systeem. In zekere mate gebeurt dit wel. Als goede leerling hoef je een oefening minder vaak te maken dan een leerling die er moeite mee heeft. Aan de andere kant zijn er grote verschillen in de kennis en kunde van leerlingen in klas 1 wat betreft Engels. Differentiatie in de bovenlaag is altijd lastiger dan de onderlaag, want hoe bepaal je wanneer iemand opdrachten mag missen? Soms denken leerlingen dat ze alles wel weten, maar blijkt achteraf toch dat er (kleine) hiaten in de kennis zit. Het is wel een punt waar ik in mijn achterhoofd mee aan het brainstormen ben.
“Ik hou [van het systeem], want dan moet je de hele tijd leren voor een U.S.O. en dan KAN / mag het ook fout gaan.”
Het vertalen van zinnen
Veel leerlingen misten extra opdrachten op de elo (Moodle) voor het vertalen van zinnen. Het vertalen van zinnen vormt een belangrijk deel van de methode (Stepping Stones) en het proefwerk. Het creëren van goede digitale oefeningen voor vertalingen is lastiger dan voor kleine grammaticale regels. Het afgelopen jaar heb ik dus vooral grammatica oefeningen gemaakt. Komend jaar zullen er oefeningen voor de ‘stones’, zoals deze zinnen worden genoemd maken. Deze oefeningen zullen multiple choice vragen zijn, evenals invuloefeningen en het in de goede volgorde zetten. Er komen oefeningen die letterlijk uit de ‘stones’ zijn gehaald en oefeningen die gemaakt zijn op basis van de ‘stones’, woordenschat en grammatica. Ook is er behoefte aan nog meer zinsvertalingen op papier in de les.
Huiswerkcontrole
Een aantal leerlingen geven aan dat ik meer huiswerk moet controleren en straffen moet uitdelen. Ik heb inderdaad niemand het afgelopen jaar straf gegeven. Ik ga komend schooljaar wel iets meer controleren ook omdat er een nieuw systeem komt omtrent straffen. Ik ben niet vies van het uitdelen van straf (aangeven van grenzen), maar leerlingen moeten ook de ruimte krijgen keuzes te maken in het huiswerk wel te doen en niet te doen. Vaak zie ik in pauzes leerlingen snel huiswerk van elkaar overschrijven en dat wil je natuurlijk voorkomen. Ook zijn er piekmomenten voor S.O.’s en U.S.O’s bij andere vakken en geef je leerlingen meer eigenaarschap door niet altijd te verplichten af te hebben.
Puntenoverzicht
De leerlingen zijn tevreden over het puntenoverzicht dat ze wekelijks in hun mailbox als pdf krijgen. Wel kan bepaalde informatie duidelijker worden weergegeven. Zo zullen leerlingen volgend jaar op de eerste pagina hun level (cijfer) zien met het level wat je zou hebben gehaald als je netjes de studie wijzer zou hebben gevolgd. Op de tweede bladzijde komt nog steeds een uiteenzetting voor welke onderdelen je welke punten hebt gehaald. Overigens wil ik de kanttekening maken dat het U.S.O.-cijfer dat gekoppeld is aan dit systeem niet noodzakelijk is. Het systeem kan ook puur formatief worden ingezet, maar dan ontstaat er een discrepantie met de cijfers van andere klassen van andere docenten Engels. Ik wil leerlingen niet de kans ontnemen om hun proefwerkcijfer positief te beïnvloeden door tijdig aan de slag te gaan met de stof als andere leerlingen dat ook hebben.
“[H]et wekelijks overzicht is heel handig. Je kan goed kijken wat je moet doen en je kan goed een doel stellen. “
ClassCraft
De resultaten over ClassCraft had ik wel verwacht. De laatste weken heb ik er niet veel meer gedaan. Dit komt vooral omdat met 2 uur in de week je weinig bewegingsruimte hebt om extra dingen te doen. Ook het bijhouden van alle vaardigheden, straffen en XP is omslachtig. Ik was al van plan om volgend jaar geen ClassCraft te gebruiken en met een versimpeld systeem te gaan werken met behulp van de Teacher Aide app.
Het syteem is dit jaar ten op zichte van vorig jaar weer behoorlijk veranderd. Moodle is een verrijking ten opzichte van itslearning. Ik ben mij ook de laatste tijd steeds meer aan het frustreren aan de beperkingen van deze Scandinavische ELO. De toetsmodule van Moodle is gewoonweg beter. Het feit dat vragen op site-niveau kunnen worden gezet, neemt veel werk uit handen. Ook is het fijn dat Moodle met punten kan werken in plaats van cijfers, evenals de feedback die je per vraag kunt geven. Als laatste geeft Moodle ook Excel exports, zodat je alle resultaten netjes in je eigen adminstratie kunt verwerken. Volgend schooljaar mag ik mijn Moodle-project uitbreiden en kan ik verder gaan met het aanmaken van vragenpoolen.
Volgend jaar zullen alle papieren kaartjes eruit gaan. Het is supertof voor veel leerlingen om een kaartje te hebben, maar geeft behoorlijk veel rompslomp. De informatie van de kaartjes komt nu in het wekelijks overzicht die de leerlingen in hun mailbox krijgen. Ik kan nu ook alle losse stencils met grammatica-, stone- en systeeminformatie bundelen in een A5-boekje “Lore” boekje dat leerlingen in hun tekstboek kunnen bewaren.
De komende tijd zal ik op deze website de vernieuwingen uiteenzetten. Het grootste doel voor volgend jaar is het standaardiseren van het systeem zodat leerlingen makkelijker begrijpen hoe het werkt en de docent minder werk heeft.