Crafting is coming

Module 2, welke start begin november, zal voor klas 1 vooral in het teken staan van ‘crafting’: de nieuwe vorm van grammatica uitleg. Ik wilde af van het klassikaal uitleggen en het passief laten opnemen van grammaticastof door de leerlingen. Ze moeten meer met de stof aan de gang zodat het beter blijft hangen en ze een “master crafter” worden. Dit is wat eruit is gekomen.

Het idee

  1. Leerlingen maken groepen (‘guilds’) van 3 of 4. [2 minuten]
  2. Leerlingen moeten 2 minuten in stilte de theorie lezen. [2 minuten]
  3. Leerlingen maken met het groepje de opdrachten. Leerlingen moeten de regel(s) aan elkaar uitleggen. [8 minuten]
  4. Leerlingen geven aan dat ze klaar zijn en vragen om master cards.
  5. Leerlingen kijken na en kunnen fouten bespreken. [3 minuten]
  6. Leerlingen maken een toets op Socrative. [7 minuten]
  7. Als leerlingen 80% of hoger goed hebben krijgen zij 100XP per leerling. Als één gilde lid het niet haalt, krijgt niemand punten.
  8. Optioneel: herkansing. Leerlingen bespreken fouten. [5 minuten]
  9. Optioneel: leerlingen maken opnieuw de Socrative toets (de hele groep) [7 minuten]

Totale tijd: ongeveer 25 minuten (1-7) of ongeveer 35 minuten (1-9).

Ik merkte al vrij snel dat tijd een groot probleem wordt. Als ik én woordjes wil overhoren via Socrative én quests wil doen, én andere stof uit het boek, zoals lezen en luisteren, wil toepassen, dat het behoorlijk puzzelen wordt. Gelukkig heb ik altijd al uitgebreide studiewijzers gemaakt zodat het weliswaar inderdaad een puzzel is, maar wel één die op te lossen is. Mocht ik écht in tijdnood komen, dan heb ik altijd mijn oude vertrouwde presentaties die ik altijd met veel plezier en enthousiasme heb gebruikt.

Leerlingen maken groepen

question-counterIk vind het belangrijk dat leerlingen meer elkaar gebruiken  om problemen op te lossen dan de docent. Hierdoor ontstaat discussie en zijn de leerlingen meer met de stof bezig. Natuurlijk blijf ik beschikbaar voor vragen waar de groep niet uit komt. Ik overweeg een groep twee Question Counters te geven om de vragen gericht en weloverwogen te laten zijn.

Groepswerk gaat in op Seligmans ‘relationships’ en McGonigals ‘social fabric’. De guilds blijven hetzelfde voor de gehele module zodat de groep beter op elkaar raakt ingespeeld. Bij eventuele conflicten zullen zij zich moeten verantwoorden bij ‘house Libra’, ik dus. Ik denk dat ik iedere guild zichzelf een naam laat geven om de groepscohesie te bevorderen.

Als laatste vind ik het belangrijk dat leerlingen leren hoe met studiegroepen om te gaan. Hoe los je samen iets op, hoe leg je iets uit en wat is het voordeel van samen een probleem aanpakken? Studiegroepen zijn belangrijk op de hoge school en de universiteit, waarom niet het al spelenderwijs aanleren?

Leerlingen lezen in stilte de theorie

Ik wil iedere leerling de rust geven om eerst zelf de regels door te nemen. Ieder onderdeel is kort genoeg om in twee minuten door te lezen. Leerlingen hoeven het nog niet te beheersen. Er mogen geen vragen gesteld worden aan de docent of groepsgenoten. Als een leerling eerder klaar is mag hij of zij al aan de oprcahten beginnen.

Leerlingen maken opdrachten

De leerlingen maken gezamenlijk de opdrachten. Ze moeten overleggen en uitleggen aan elkaar. Iedere leerling schrijft de antwoorden in zijn of haar schrift. De vier opdrachten lopen op van een makkelijke invuloefening tot het vertalen van een zin met woordjes uit de woordenlijsten en/of sleutelzinnen.

Hierin doorloop ik dus de eerste drie treden van Bloom: ‘knowledge, comprehension, application’. Op eventuele quests kan ik nog één á twee stappen omhoog.

Leerlingen kijken na door middel van ‘master cards’

mastercardDe master cards zijn in principe gewoon nakijkkaartjes ter grootte van een speelkaart. Ieder onderdeel heeft een eigen nakijkkaartje. De hele groep krijgt maar één setje van vier kaarten en zullen dus de antwoorden moeten delen (en hopelijk ook meer bespreken!). Leerlingen kunnen er ook voor kiezen de kaartjes te rouleren. Ik zal moeten kijken hoe zij ermee omgaan.

Leerlingen krijgen ook de opdracht de antwoorden in zijn geheel te bespreken. Eerlijkheid en openheid over het wel of niet begrijpen is  belangrijk, dit zal blijken bij de volgende stap.

Leerlingen maken een toets op Socrative

Leerlingen zetten de tafels van hun groepje in toetsmodus. Dit is naast het voorkomen van afkijken en voorzeggen, ook non-verbale communicatie wat communiceert “wij zijn met iets belangrijks bezig, niet storen”.

De toets omvat 10 vragen (met feedback). Leerlingen moeten 80% goed hebben om 100XP te verdienen. Echter, iedereen moet 80% of hoger hebben. Dit betekent dat de groep vóór de toetsing er zeker van moet zijn dat al haar leden de stof begrijpen.

Dit heeft natuurlijk wel gevolgen waar we even stil bij moeten staan. Ten eerste heb je groepsdruk waar je rekening mee moet houden. Het falen van één leerling kan een negatieve invloed hebben op de rest. Ik ben echter van mening dat leren omgaan met dergelijke situaties belangrijk is voor de leerlingen, zoals ik ook al aangaf in deze post. Er is ook een vangnet (net als in veel games) waar ik zo op kom . Juist omdat er wederzijdse verantwoordelijkheid is, hoop ik dat leerlingen elkaar serieuzer gaan helpen en er samen voor gaan.

Zoals gezegd er is een vangnet. Er komt een individuele quest vóór de boss fight, buiten de les om, waarin de leerling verloren punten voor crafting kan inhalen. Dit is een keuze. Het is niet verplicht. De quest zal niet heel makkelijk zijn. Het moet een noodgreep worden voor een leerling. Niet een makkelijke tweede optie.

In eerste instantie wilde ik dat leerlingen 100% procent goed moesten hebben op de toets, maar ik ga nu eerst kijken hoe goed ze het doen. Ik kan eventuele veranderingen doorvoeren in module 3.

Leerlingen die geen telefoon hebben, maken de toets óf op een telefoon van iemand anders, of op een oud device van mij (oude telefoon/tablet).

Optioneel: Leerlingen bespreken fouten

Indien leerlingen fouten hebben gemaakt kunnen ze deze bespreken. Ik zal echter met mijn twee uur Engels in de week niet veel tijd hiervoor hebben. Ik moet dus in de eerste lessen goed kijken hoe ik zit met tijdmanagement.

Optioneel: Leerlingen maken een herkansing

Net als in video games vind ik dat je snel een herkansing zou moeten kunnen maken. Je kijkt naar je fouten, je leert er an en wilt onmiddellijk revanche hebben. Je hebt je guild om van je fouten te leren.

Benodigd materiaal

  • Stencils met uitleg en opgaven: deze stencils gaan in de snelhechter die leerlingen aan het begin van het jaar hebben gekregen.
  • Master cards: Speelkaartjes met antwoorden. Deze kaartjes print ik in kleur op dik papier. Ik stop ze in hoesjes voor speelkaarten (zoals Magic: the Gathering) om ze duurzaam te gebruiken, zonder ze allemaal meteen te moeten lamineren.
  • Question Counters: Ik heb besloten om de question counters om te vormen tot gelamineerde kaartjes. De kleine counters die ik eerst had zijn onhandig en vielen snel op de grond. Het is rendabel om deze wel te lamineren omdat ik de counters ook gebruik voor boss fights en quests. In totaal heb ik er in theorie 60 nodig (2 per leerling), plus een paar reserve.crafting2
  • Socrative opgaven: Socrative moet klaar staan. Instellingen zijn “Disable names: uit”, “Randomize question order: aan”, “Randomize answer order: uit”, “Hide feedback: uit”, “Hide Final Score: uit”. De Socrative  kamer staat gewoon de hele les open.
  • Badges: Leerlingen verdienen om de twee crafts een badge. Dit geeft aan dat ze de onderdelen beheersen.

Nazorg

Ik zal de Socrative resultaten moeten verwerken in Excel. Dit gaat vrij snel omdat deze al in een Excel bestand staan. Het zal alleen even goed kijken zijn wie bij welke guild hoort.

Vervolg

Leerlingen maken als huiswerk een ELO opdracht waar ze 150XP voor kunnen krijgen. Deze is iets lastiger dan de Socrative opdracht. Het niet maken van deze opdracht wordt niet direct betraft, maar kost je wel XP en heeft dus indirect invloed op het XP-cijfer. Zo beloon ik goed gedrag, maar straf ik niet meteen bij slecht leergedrag. De grammatica oefeningen uit het boek komen te vervallen.

Reflectie: We don’t need your stinkin’ badges.

Het is herfstvakantie dus tijd voor wat reflectie. Op dit moment lees ik een boek van Jane McGonigal, Reality is Broken: Why Games Makes Us Better and How They Can Change the World. Jane McGonigal wordt gezien als één van de experts op het gebied van gamification en ironisch genoeg heeft zij veel kritiek op de Points-Badges-Leaderboards (PBL) van gamification. En ik ben het met haar eens.

We don’t need your stinkin’ badges

In een presentatie die Jane McGonigal gaf op de Game Developers Conference in 2011 stelde zij dat gamification niet vertelt waar games nu eigenlijk over gaan. Zij haalt de hierboven vertoonde video aan om dit gevoel weer te geven. De 4 grote ideeën van gamification zijn Points, Levels, Leaderboards en achievements/badges. Maar dit zijn allemaal extrinsieke beloningen. Datgene wat gamers aan het spelen houdt is echter de intrinsieke motivatie; het zorgt voor grotere toewijding, zeker op de lange termijn. Gamification is bedoeld om saaie klusjes leuker te maken, om mensen dingen te laten doen die ze eigenlijk niet leuk vinden. Maar games gaan verder dan dat.

Gameful design

McGonigal komt met een tegenterm genaamd ‘gameful design’. ‘Gameful’ betekent ‘in de geest van de gamer’: iemand die optimistisch is, nieuwsgierig, gemotiveerd, en altijd op zoek naar een uitdaging. Gameful design is het creëren van een platform en ervaringen die spelers de macht geven om de toewijding van de gamer in het echte leven te hebben.

Gameful design speelt in op de 4 criteria van geluk opgesteld door Martin E.P. Seligman in zijn boek Flourish (die zeker op mijn leeslijst komt te staan!). Seligman geeft aan dat geluk voortkomt uit Positieve Emotie, Relaties, Betekenis en Volbrengingen (datgene wat ertoe doet). McGonigal legt dit naast haar vier punten voor Game Design: urgent optimisme, sociaal weefsel (‘fabric’), gezegende productiviteit en epische betekenis. Games geven spelers positieve stress omdat zij ervoor hebben gekozen er hard voor te werken en beloning krijgen in één of meerdere van McGonigals punten. Het is niet voor niets dat zij een citaat aanhaalt van filosoof Bernard Suits:

Playing a game is the voluntary attempt to overcome unnecessary obstacles.

McGonigal ziet het als missie voor spelontwerpers om de brug te slaan tussen spellen en de realiteit. Games bereiden ons voor op het leven, maar PBL’s gaan compleet voorbij aan het game-gevoel. Ik begrijp dat, simpelweg omdat ik het onder ogen heb gezien.

Ervaringen vanuit larp

Een paar jaar geleden heb ik samen met een aantal anderen een larp georganiseerd. Larp is een combinatie van improvisatie toneel met spelelementen. Spelers begeven zich in een fictieve wereld waar, over het algemeen, spelleiders door middel van figuranten een verhaal vertellen. Spelers ondergaan dat verhaal en hebben invloed op het verloop van dat verhaal.

Spelleider op Frontier - een eigen georganiseerd evenement
als spelleider op Frontier – een eigen georganiseerd larp evenement

Toen wij met ons eerste evenement begonnen hadden wij een uitgebreid regelsysteem, net zoals vele anders larps in Nederland, waarin je punten kon krijgen naar mate je langer een bepaald karakter speelde. Die punten kon je dan weer uitgeven aan extra vaardigheden.

Echter, naar mate we meer evenementen begonnen te organiseren wilden we steeds meer van het regelsysteem af. Het beperkte de spelers te veel in hun beleving van het spel (de ‘volbrengingen’). Het ging er ons niet meer om hoeveel punten jouw karakter had verzameld, maar hoe jouw karakter interactie had met andere karakters, welke (morele) keuzes je maakte en hoe jij het verhaal vormgaf. Ik denk dat McGonigal daar vooral op doelt.

Project 1 op de tocht?

Maar hoe zit dat dan met Project 1, het PBL-systeem? Ik denk dat Project 1 nog steeds goed op weg is. Al vanaf het begin wist ik, waarschijnlijk vanuit mijn larp-ervaring, dat enkel puntjes en stickers toekennen niet voldoende is. Games bieden meer dan dat, en als je alleen punten gaat toekennen doe je niets anders dan mini-cijfertjes geven, of te wel met name extrinsieke motivatie aanwakkeren.

Ik heb geen duidelijk antwoord op hoe ik mijn systeem ‘gameful’ kan ontwerpen. Het blijft een proces dat slechts aan het begin van haar ontwikkeling staat. Daarbij wil ik, net als met onze larp, beginnen met iets dat aansluit op wat ik ken, met ruimte voor toevoegingen en veranderingen. Het PBL-systeem (wat bij mij overigens alleen uit XP en badges bestaat) sluit aan de ene kant aan op het standaard schoolsysteem wat wij hebben en geeft mij de basis voor een game. Echter dat is slechts het begin.

Ik vind verhaal belangrijk en daarom heb ik de Imaginati uitgevonden, een geheime organisatie waar de leden van mijn klassen (of huizen) lid van zijn en quests voor moeten doen. De quests moeten nog groeien naar betere uitdagingen die beter aansluiten op Bloom. Het verhaal sluit aan bij de (epische) betekenis van zowel McGonigal als Seligman. De klas is onderdeel van een groter verhaal. Het idee van de ‘huizen’ sluit aan op de idee van sociaal weefsel / relaties: de groep is belangrijk voor je de komende drie jaar. Je moet samenwerken en samen trots zijn op wat je hebt bereikt. Het is op school natuurlijk lastig om vrijwillige deelname toe te passen, maar je kunt wel nieuwsgierigheid aanwakkeren door met nieuwe interessante uitdagingen te komen die samenhangen met het grotere verhaal.

De 'huizen' van de Imaginati.
                 de ‘huizen’ van de Imaginati

Als laatste wil je je leerlingen (spelers) inzicht geven in welke nieuwe vaardigheden ze hebben geleerd. Hiervoor ga ik mijn ‘crafting’ systeem in de tweede module toepassen. Elke craft eindigt met een toets, want toetsen zorgt voor inzicht. Ik overweeg McGonigals idee voor onmiddellijke feedback en nieuwe toetsing toe te passen. Natuurlijk is hier weer XP mee te verdienen.

Overigens sluit McGonigals idee heel goed aan op de theorieën over leren leren. In een Coursera cursus die ik recentelijk heb gevolgd werd namelijk ook al aangegeven dat een uur een toets maken beter is dan een uur (verder) uit een boek leren. En nu we het toch hebben over leren leren, ik loop al langer met het idee de game-elementen zo toe te passen dat ik mijn leerlingen tevens leer hoe je het beste kunt leren en stof eigen kunt maken. Spellen bieden enorm veel mogelijkheden om vaardigheden aan te leren en dat te belonen.

Het nut badges en XP

Badges en XP hebben ondanks hun extrinsieke aard zeker nog wel nut. In eerste plaats geeft het een speler (leerling) een duidelijker beeld wat hij of zij heeft doorlopen. World of Warcraft zonder XP en badges zou een heel ander, misschien wel chaotischer spel zijn geweest. Candy Crush zonder punten heeft minder betekenis. Daarnaast zie ik het effect van stickers in het onderwijs. Leerlingen zien het (onbewust) als een fysiek compliment. Een tastbaar bewijs van gedaan werk.

Waar wij als docenten echter over moeten waken is dat de badges en punten slechts het begin zijn. Het is geen uitdaging om punten toe te kennen of stickers uit te delen, het wordt een uitdaging hoe wij de theorie van games zo kunnen toepassen in onze lessen dat de leerlingen optimistisch over zichzelf en de wereld worden, sociale vaardigheden ontwikkelen en het nut van een groep leren kennen, dat hard werken daadwerkelijk voldoening en geluk kan geven en je horizon kan verbreden, en je daadwerkelijk epische veranderingen teweeg kunt brengen om uiteindelijk een geweldig verhaal van je eigen leven te kunnen ontwikkelen, oftewel in het kort, een leerling die optimistisch, nieuwsgierig, gemotiveerd, en altijd op zoek naar een uitdaging is.