In mijn brief aan de Commissie Onderwijs was ik voor domeinen B en C behoorlijk kritisch op het definitieve conceptexamenprogramma Engels vwo. Het is altijd makkelijker om kritiek te uiten, maar het vraagt meer tijd en inspanning om met een tegenvoorstel te komen. Hierbij doe ik een poging Eindterm 14 te herschrijven naar een beknopter en meer werkbare eindterm. Het is zeker niet mijn bedoeling om dit te presenteren als hét alternatief, maar schrijven verheldert het denken. Ook hoop ik dat ik een inhoudelijke bijdrage kan leveren aan de discussie over curriculumvernieuwing. Zie het als mijn manier om feedback te geven.
Eindterm 14
Eindterm 14 gaat over digitale middelen in relatie tot Engels. Echter, Eindterm 14 is bij iedere MVT (Frans, Duits, en Engels) exact hetzelfde. Het enige verschil is dat het in de specifieke taal moet zijn, niet per definitie in relatie tot die taal. Daarmee kom je meer in Domein A dan in Domein C. De vraag is dan ook of dezelfde digitale vaardigheden bij elk van de verschillende talen moet worden afgerond.
Het zou beter zijn als er een apart programma Digitale Geletterdheid komt waar doelen uit ‘geadopteerd’ kunnen worden door verschillende vakken. De inspectie kan dan controleren of en waar die doelen behaald worden binnen het complete PTA. Het staat scholen natuurlijk vrij om de digitale vaardigheden bij meerdere vakken te laten terugkomen en zo een rijk digitaal programma te bieden.
Voor nu kijken we alleen naar Eindterm 14 binnen Engels. Eerst geef ik het huidige concept, daarna kom ik met een voorstel. De verschillende elementen zijn genummerd voor referentie later. 14 staat voor het huidige concept en N14 staat voor nieuw concept.
Huidig concept Eindterm 14 (blz. 20-21).
Nieuw concept Eindterm 14 (N14).
Eindterm 14 gaat over kritische reflectie op het gebruik van digitale middelen, over bewustwording van het effect van technologie op taalgebruik, bekend raken met de huidige ontwikkelingen in technologie en de communicatie, verschillende vormen van informatie- en communicatievoorziening via ICT kennen, en effectief gebruik kunnen maken van die technologie. Domein A gaat over de bruikbaarheid, relevantie, en betrouwbaarheid van (digitale) bronnen; Eindterm 14 in Domein C over de bruikbaarheid, relevantie, en betrouwbaarheid van het digitale middel. Anders gezegd, Domein A gaat over de inhoud en dat gericht op de taal, Eindterm 14 gaat over hoe het middel functioneert, hoe die inhoud tot stand is gekomen, en hoe het middel zich verhoudt tot de doeltaal (Engels in dit geval).
Het is belangrijk ICT-middelen niet concreet te benoemen om de doelen voor de lange termijn houdbaar te houden. Zo vind je hier niets over VR-toepassingen of de risico’s van Big Data, al zijn deze net zo relevant als het gebruik van Generatieve AI of andere genererende toepassingen. Dit is omdat het niet gaat om de beheersing van een specifiek middel, maar de mogelijkheid te hebben technologie in algemene zin kritisch te beoordelen met communicatie in het bijzonder.
De einddoelen zijn van 4 naar 2 teruggebracht en breder opgezet. Ik heb ‘evalueer’ veranderd naar ‘kritisch en effectief’ (N14.2). ‘Kritisch’ impliceert (domein)kennis, waardoor je als leerling ook meer gedwongen wordt leerlingen kennis over ICT mee te geven in plaats alleen met ICT te werken. Het doel, lijkt mij, is dat een leerling ICT kritisch kan evalueren op de relevantie en effectiviteit voor de Engelse taal.
Ik heb de twee ‘experimenteer’ punten (14.3 en 14.4) uit de doelen gehaald. Als docent kan je dit moeilijk beoordelen. Experimenteren is een onderdeel van een leerproces, maar dat zou geen doel op zich moeten zijn. Experimenteren met VR heeft als doel een beter begrip van deze technologie te krijgen en daardoor het kritisch te kunnen evalueren wanneer het effectief gebruikt kan worden en hoe. Vervang VR voor elke andere, bekende en nog onbekende, digitale ontwikkeling en je kerndoelen blijven in het nieuwe voorstel houdbaar.
Suggesties (‘te denken valt aan’)
Suggesties geven richting aan de doelen. Het gaat verder dan ‘slechts’ een optie geven wat je eventueel zou kunnen doen, zoals door sommige mensen wordt aangedragen. Suggesties geven aan hoe het adviesorgaan de doelen in de lespraktijk voor zich ziet en hoe je de eindterm met doelen moet interpreteren.
Het is opvallend dat in de suggesties nergens een voorstel wordt gedaan voor concrete kennisoverdracht zoals de EDI-methode, terwijl dit wel een valide middel is om eindtermen af te ronden. Hierin zie je dat de suggesties een hint geven in hoe SLO kijkt naar de eindtermen en de doelen. Het is zeker zo dat SLO niet voorschrijft hoe je de doelen moet behalen, maar de suggesties geven wel richting.
De suggesties
Suggestie 14.a lijkt mij prima zoals hij is. Wel moet het hier verder gaan dan alleen simpele opmaakmogelijkheden zoals tekst dik gedrukt maken. Denk hierbij aan tabellen, regelafstand, effectief gebruik van grammatica- en spellingcheck, het maken van kolommen, een inhoudsopgave, etc. Dit kan worden opgenomen in een digitale leerlijn ICT-vaardigheden.
Suggestie 14.b heeft niet veel met Engels te maken. Dit gaat ook niet veel verder dan wat knip- en plakwerk. Het mist een kritische benadering en begrip van het gebruik van taal door Generatieve AI. Goed taalgebruik vraagt om een opbouw waarbij de verschillende tekstelementen (zoals alinea’s) elkaar logisch opvolgen. Ik begrijp dat de evaluatie in de keuzes van de output van AI is, maar het leert een leerling niet hoe je Generatieve AI goed in kunt zetten.
Suggestie 14.c leert leerlingen niet kritisch naar Generatieve AI output te kijken. Het product van 14.c is een presentatie over onderwerp X, samengesteld door een kritische selectie van output. Wat veel beter werkt is leerlingen output van verschillende AI-platforms met elkaar te vergelijken en evalueren op waarheid en taalgebruik (zie N14.b). Dit kan anoniem via DuckDuckGo AI Chat, waarbij vier modellen gebruikt kunnen worden.
De uitkomsten van deze analyse (academische vaardigheid) kunnen schriftelijk of mondeling gepresenteerd worden Het doel is dan niet meer een product via Generatieve AI, maar een product over Generatieve AI. Dit sluit beter aan bij doelen N14.1 maar vooral bij N14.2. Ik heb een korte lessenserie uitgewerkt hoe dat vorm kan krijgen. Deze wordt verderop in dit artikel besproken.
Suggestie 14.d lijkt mij verder prima. Wel moet domein A hier veel bij betrokken worden, maar er is ook het voorstel om meerdere domeinen in een één product te mogen afsluiten.
Suggestie 14.e lijkt mij niet goed aansluiten bij de doelen. Hier wordt namelijk niet ingegaan op het evalueren en op waarde inschatten van chatbots. Het zegt alleen, ‘gebruik ICT ter voorbereiding op een taaltaak’.
Bij suggestie N14.e wordt aansluiting gezocht bij duale codering uit de cognitieve wetenschap en kan helpen in het vervolgonderwijs. Het woord project lijkt het groter te maken dan het is. Je kunt hier denken aan een groepsopdracht waarin verschillende applicaties worden onderverdeeld onder de leden, en na bespreking een infographic laten maken. Daarna worden de infographics en ervaringen gedeeld met de klas. Dit kan in twee lessen afgerond worden
Je kunt ook denken aan een opdracht waarbij je aan het begin van een module leerlingen een onderzoeksopdracht geeft over leerapps en die laat toepassen in hun eigen leerproces. Aan het begin van de volgende module evalueer je de uitkomsten via infographics en (groeps-)gesprekken.
Mijn vraag is dan wel, moet dit via een beoordeling worden afgesloten, zoals bijvoorbeeld een ‘handelingsdeel’ of volstaat het uitvoeren van dit idee om te voldoen aan Eindterm 14? Het moet in het PTA terugkomen, dus mijn vermoeden ligt bij het leveren van een beoordeling.
Voorbeeld les: Begrijpen en vergelijken van AI-modellen
De lessenserie in pdf uitgewerkt.
Al hoewel de praktische uitvoering pas in een later stadium aan bod komt, kan het geen kwaad om een fictieve lessenserie op te stellen om te zien hoe de doelen kunnen worden behaald. Als je geen helder beeld hebt van de uitvoering van je eindtermen, weet je ook minder goed of zij überhaupt haalbaar zijn. Het helpt ook in discussies om iets concreets te hebben zodat men een beter beeld heeft over de praktijk.
Ik heb een lessenserie gemaakt over het maken en beoordelen van Generatieve AI over een bepaald controversieel onderwerp. Dit ontwerp is verre van perfect en vraagt ook om nog verder onderzoek in de middelen. Zoals ik al vaker heb aangedragen is er een probleem met Generatieve AI en de AVG. Het voorstel dat ik doe zal niet waterdicht zijn, maar benadert veilig gebruik van Generatieve AI meer dat het programma dat op dit moment doet.
DuckDuckGo AI Chat is een platform waar je vier verschillende AI-modellen kunt gebruiken (Chat-4o, Claude, Llama, Mixtral). Het gebruik is anoniem, je hebt geen account nodig, en de gegevens worden na gebruik verwijderd. Hopelijk zullen er in de (nabije) toekomst meerdere van dit soort initiatieven worden gelanceerd zodat Generatieve AI beter in het onderwijs gebruik kan worden. ChatGPT heeft al een optie dat gegevens niet worden opgeslagen, maar vraagt nog wel om een account.
De opbouw van de les is kennisverwerving (les 1), verzamelen van data (les 2), data vergelijken en analyseren (les 3), ideeën over AI-modellen delen via een beschouwing (les 4). Bij het schrijven van deze beschouwing mogen ze geen gebruik maken van het internet. Het doel is namelijk dat ze laten zien dat ze inzichten hebben verworven in Generatieve AI, niet het verzamelen van informatie op internet. Huiswerk is minimaal zodat leerlingen meer tijd hebben om voor hun leeslijst te lezen.
Nakijken kan gedaan worden met behulp van een rubric, en hoeft niet per definitie met een cijfer worden afgesloten. Je kunt het ook beoordelen als handelingsdeel of punten toekennen voor een Digitale Geletterdheid portfolio. De beschouwing is weliswaar in het Engels, maar dient niet nagekeken te worden op grammatica en spelling, tenzij dit de communicatie hindert (ideeën zijn niet duidelijk, zinnen lopen niet logisch). Dit zorgt ervoor dat er een minder grote nakijkdruk is voor de docent. De kerndoelen van Eindterm N14 zijn leidend.
Conclusie
Het is zeker belangrijk om nieuwe technologie, zoals Generatieve AI, te behandelen in de les. Het zou wel beter zijn als scholen meer flexibiliteit krijgen in het behandelen van Digitale Geletterdheid over het hele PTA. Dit zou kunnen via een apart programma waar verschillende vakken elementen uit kunnen ‘adopteren’ en integreren in hun eigen PTA.
Het is belangrijk de doelen bij de eindtermen beknopt te houden zodat er ruimte blijft bij de docent om keuzes te maken in de verdieping en verbreding. We gaan van 26 doelen in het huidige systeem naar 84 doelen in het nieuwe systeem. Dit maakt het programma niet concreter maar vooral groter. Door terug te snijden naar de kern van ICT-vaardigheden houd je de doelen houdbaar voor de langere termijn en is het voor docenten duidelijker waar de eindterm over gaat.
Fijne opbouwende kritiek, Wouter.