Making good progress?
The Future of Assessment for Learning
Engels / 2016
224 bladzijden
ISBN: 0198413602
ISBN13: 9780198413608
Wat wil het boek vertellen?
In Making Good Practice? The Future of Assessment for Learning gaat Christodoulou in waarom het ‘Assessment for Learning’ programma in Engeland is mislukt. Zij is overtuigd dat formatieve en summatieve toetsen geïntegreerd zouden moeten kunnen worden. Eerst kijkt ze waarom het initiële idee is mislukt en geeft daarna helder aan wat het verschil is tussen formatieve en summatieve toetsen, niet alleen qua doel, maar ook qua inhoud en gebruik. Dit betekent dat Nederlandse lezers nog even moeten wachten totdat ze bij de praktische informatie komen, al is het interessant te lezen wat er bij onze buren is fout gegaan.
Formatieve toetsen
In het tweede gedeelte van het boek zet Christodoulou formatieve en summatieve toetsen uiteen. Formatieve toetsen dienen vooral om kleinere onderdelen te oefenen. Je kunt dan makkelijker gerichte feedback geven op de vragen. Feedback moet duidelijk zijn en niet suggestief. Multiple choice vragen werken zeer goed als formatieve toets omdat je je kunt richten op de pijnpunten van de stof. Open opdrachten zoals schrijfopdrachten zijn hier minder geschikt voor, omdat het ten eerste de vraag is of de leerling een bepaald vraagstuk zal toepassen en ten tweede waar het fout gaat in het denkproces. Formatieve toetsen moeten niet alleen specifiek zijn, maar moeten ook regelmatig en herhalend voorkomen. Daarnaast moet becijfering niet worden gezien zoals cijfers bij summatieve toetsen. Het afnemen van veel formatieve toetsen is belangrijk mits het op de juiste manier wordt gedaan.
“Testing doesn’t just help measure understanding; it helps develop understanding.” Making good progress?, p.162
Summatieve toetsen
Summatieve toetsen moeten gelijk zijn om betekenis aan uit te ontlenen. Christodoulou bekritiseert het gebruik van rubrics omdat deze te vaag zijn en daarom ruimte bieden voor vooroordelen. Het is in dat geval beter om door middel van vergelijken tot een oordeel te komen. Opmerkelijk genoeg geeft zij aan dat deze methodiek geen goed inzicht geeft in waarom een toets beter of slechter gemaakt is, maar dat daarvoor juist de formatieve toetsen dienen. Daarnaast geeft Chritodoulou de voorkeur aan gewogen cijfers (‘scaled scores’). Zij erkent echter dat dat behoorlijk wat werk is om te ontwikkelen. Als laatste zegt Christodoulou dat summatieve toetsen minimaal dienen gebruikt te worden.
“Not only are absolute judgements based on rubrics unreliable, but the existence of the rubric has damaging consequences for teaching.” Making good progress?, p.180
Wat heb ik er van geleerd?
Wat mij opviel was dat de sleutel tot goede formatieve toetsing sterke overeenkomsten vertoond met een aantal elementen van het gameful design diagram. Christodoulou geeft aan dat het ophalen van kennis een belangrijk proces is in het laten beklijven van informatie. Formatieve toetsen moeten voortgang zichtbaar maken. Christodoulou spreekt ook over eigenaarschap als leerlingen zelf hun opgaven uit een databank mogen kiezen:
“This system would help give pupils some ownership of the curriculum. They would be able to see their progress through the curriculum from the results of the tests they had completed as well as from collections of their work. They would be able to take extra tests from the formative item bank if they wanted, and the formative item bank could adapt to suggest activities that responded to their individual strengths and weaknesses.”(Making good progress?, p. 206)
Het was vooral prettig te lezen dat er ook ondersteuning is voor mijn systeem vanuit de niet-gamification hoek voor Project 1. Dit is ergens ook wel logisch. Zowel de gamification ideeën als de nieuwe beweging tegen onderwijsvernieuwingen zoals de 21st century skills baseren hun bevindingen op de cognitieve wetenschap: hoe werken de hersenen als zij iets leren. Zo zie ik ook veel overeenkomsten met het boek Make it Stick.
Het was prettig een duidelijke uiteenzetting te zien in het verschil tussen summatieve en formatieve toetsen. Tevens heeft het mijn overtuiging van de werking van mijn systeem versterkt. Ook begrijp ik beter de verhouding tussen formatieve toetsing en summatieve toetsing.
Wat ga ik toepassen in mijn lessen?
Ik ga meer multiple choice vragen toevoegen in mijn opgaven vragenpool op Moodle en deze mixen met de huidige cloze vragen. Ook ga ik verder bouwen aan het formatieve systeem in de bovenbouw en meer inzetten op het formatief toetsen van de woordenschat. Als laatste wil ik oude stof van eerdere modules en jaren beter integreren in mijn formatieve systemen,