Engels Domein B (taalbewustzijn) – Eindterm 14: een nieuw voorstel

[artikel in .pdf]

In mijn brief aan de Commissie Onderwijs was ik voor domeinen B en C behoorlijk kritisch op het definitieve conceptexamenprogramma Engels vwo. Het is altijd makkelijker om kritiek te uiten, maar het vraagt meer tijd en inspanning om met een tegenvoorstel te komen. Hierbij doe ik een poging Eindterm 14 te herschrijven naar een beknopter en meer werkbare eindterm. Het is zeker niet mijn bedoeling om dit te presenteren als hét alternatief, maar schrijven verheldert het denken. Ook hoop ik dat ik een inhoudelijke bijdrage kan leveren aan de discussie over curriculumvernieuwing. Zie het als mijn manier om feedback te geven.

Eindterm 14

Eindterm 14 gaat over digitale middelen in relatie tot Engels. Echter, Eindterm 14 is bij iedere MVT (Frans, Duits, en Engels) exact hetzelfde. Het enige verschil is dat het in de specifieke taal moet zijn, niet per definitie in relatie tot die taal. Daarmee kom je meer in Domein A dan in Domein C. De vraag is dan ook of dezelfde digitale vaardigheden bij elk van de verschillende talen moet worden afgerond.

Het zou beter zijn als er een apart programma Digitale Geletterdheid komt waar doelen uit ‘geadopteerd’ kunnen worden door verschillende vakken. De inspectie kan dan controleren of en waar die doelen behaald worden binnen het complete PTA. Het staat scholen natuurlijk vrij om de digitale vaardigheden bij meerdere vakken te laten terugkomen en zo een rijk digitaal programma te bieden.

Voor nu kijken we alleen naar Eindterm 14 binnen Engels. Eerst geef ik het huidige concept, daarna kom ik met een voorstel.  De verschillende elementen zijn genummerd voor referentie later. 14 staat voor het huidige concept en N14 staat voor nieuw concept.

Huidig concept Eindterm 14 (blz. 20-21).

Nieuw concept Eindterm 14 (N14).

Eindterm 14 gaat over kritische reflectie op het gebruik van digitale middelen, over bewustwording van het effect van technologie op taalgebruik, bekend raken met de huidige ontwikkelingen in technologie en de communicatie, verschillende vormen van informatie- en communicatievoorziening via ICT kennen, en effectief gebruik kunnen maken van die technologie. Domein A gaat over de bruikbaarheid, relevantie, en betrouwbaarheid van (digitale) bronnen; Eindterm 14 in Domein C over de bruikbaarheid, relevantie, en betrouwbaarheid van het digitale middel. Anders gezegd, Domein A gaat over de inhoud en dat gericht op de taal, Eindterm 14 gaat over hoe het middel functioneert, hoe die inhoud tot stand is gekomen, en hoe het middel zich verhoudt tot de doeltaal (Engels in dit geval).

Het is belangrijk ICT-middelen niet concreet te benoemen om de doelen voor de lange termijn houdbaar te houden. Zo vind je hier niets over VR-toepassingen of de risico’s van Big Data, al zijn deze net zo relevant als het gebruik van Generatieve AI of andere genererende toepassingen. Dit is omdat het niet gaat om de beheersing van een specifiek middel, maar de mogelijkheid te hebben technologie in algemene zin kritisch te beoordelen met communicatie in het bijzonder.

De einddoelen zijn van 4 naar 2 teruggebracht en breder opgezet. Ik heb ‘evalueer’ veranderd naar ‘kritisch en effectief’ (N14.2). ‘Kritisch’ impliceert (domein)kennis, waardoor je als leerling ook meer gedwongen wordt leerlingen kennis over ICT mee te geven in plaats alleen met ICT te werken. Het doel, lijkt mij, is dat een leerling ICT kritisch kan evalueren op de relevantie en effectiviteit voor de Engelse taal.

Ik heb de twee ‘experimenteer’ punten (14.3 en 14.4) uit de doelen gehaald. Als docent kan je dit moeilijk beoordelen. Experimenteren is een onderdeel van een leerproces, maar dat zou geen doel op zich moeten zijn. Experimenteren met VR heeft als doel een beter begrip van deze technologie te krijgen en daardoor het kritisch te kunnen evalueren wanneer het effectief gebruikt kan worden en hoe. Vervang VR voor elke andere, bekende en nog onbekende, digitale ontwikkeling en je kerndoelen blijven in het nieuwe voorstel houdbaar.

Suggesties (‘te denken valt aan’)

Suggesties geven richting aan de doelen. Het gaat verder dan ‘slechts’ een optie geven wat je eventueel zou kunnen doen, zoals door sommige mensen wordt aangedragen. Suggesties geven aan hoe het adviesorgaan de doelen in de lespraktijk voor zich ziet en hoe je de eindterm met doelen moet interpreteren.

Het is opvallend dat in de suggesties nergens een voorstel wordt gedaan voor concrete kennisoverdracht zoals de EDI-methode, terwijl dit wel een valide middel is om eindtermen af te ronden. Hierin zie je dat de suggesties een hint geven in hoe SLO kijkt naar de eindtermen en de doelen. Het is zeker zo dat SLO niet voorschrijft hoe je de doelen moet behalen, maar de suggesties geven wel richting.

De suggesties

Suggestie 14.a lijkt mij prima zoals hij is. Wel moet het hier verder gaan dan alleen simpele opmaakmogelijkheden zoals tekst dik gedrukt maken. Denk hierbij aan tabellen, regelafstand, effectief gebruik van grammatica- en spellingcheck, het maken van kolommen, een inhoudsopgave, etc. Dit kan worden opgenomen in een digitale leerlijn ICT-vaardigheden.

Suggestie 14.b heeft niet veel met Engels te maken. Dit gaat ook niet veel verder dan wat knip- en plakwerk. Het mist een kritische benadering en begrip van het gebruik van taal door Generatieve AI. Goed taalgebruik vraagt om een opbouw waarbij de verschillende tekstelementen (zoals alinea’s) elkaar logisch opvolgen. Ik begrijp dat de evaluatie in de keuzes van de output van AI is, maar het leert een leerling niet hoe je Generatieve AI goed in kunt zetten.

Suggestie 14.c leert leerlingen niet kritisch naar Generatieve AI output te kijken. Het product van 14.c is een presentatie over onderwerp X, samengesteld door een kritische selectie van output. Wat veel beter werkt is leerlingen output van verschillende AI-platforms met elkaar te vergelijken en evalueren op waarheid en taalgebruik (zie N14.b). Dit kan anoniem via DuckDuckGo AI Chat, waarbij vier modellen gebruikt kunnen worden.

De uitkomsten van deze analyse (academische vaardigheid) kunnen schriftelijk of mondeling gepresenteerd worden Het doel is dan niet meer een product via Generatieve AI, maar een product over Generatieve AI. Dit sluit beter aan bij doelen N14.1 maar vooral bij N14.2. Ik heb een korte lessenserie uitgewerkt hoe dat vorm kan krijgen. Deze wordt verderop in dit artikel besproken.

Suggestie 14.d lijkt mij verder prima. Wel moet domein A hier veel bij betrokken worden, maar er is ook het voorstel om meerdere domeinen in een één product te mogen afsluiten.

Suggestie 14.e lijkt mij niet goed aansluiten bij de doelen. Hier wordt namelijk niet ingegaan op het evalueren en op waarde inschatten van chatbots.  Het zegt alleen, ‘gebruik ICT ter voorbereiding op een taaltaak’.

Bij suggestie N14.e wordt aansluiting gezocht bij duale codering uit de cognitieve wetenschap en kan helpen in het vervolgonderwijs. Het woord project lijkt het groter te maken dan het is. Je kunt hier denken aan een groepsopdracht waarin verschillende applicaties worden onderverdeeld onder de leden, en na bespreking een infographic laten maken. Daarna worden de infographics en ervaringen gedeeld met de klas. Dit kan in twee lessen afgerond worden

Je kunt ook denken aan een opdracht waarbij je aan het begin van een module leerlingen een onderzoeksopdracht geeft over leerapps en die laat toepassen in hun eigen leerproces. Aan het begin van de volgende module evalueer je de uitkomsten via infographics en (groeps-)gesprekken.

Mijn vraag is dan wel, moet dit via een beoordeling worden afgesloten, zoals bijvoorbeeld een ‘handelingsdeel’ of volstaat het uitvoeren van dit idee om te voldoen aan Eindterm 14? Het moet in het PTA terugkomen, dus mijn vermoeden ligt bij het leveren van een beoordeling.

Voorbeeld les: Begrijpen en vergelijken van AI-modellen

De lessenserie in pdf uitgewerkt.

Al hoewel de praktische uitvoering pas in een later stadium aan bod komt, kan het geen kwaad om een fictieve lessenserie op te stellen om te zien hoe de doelen kunnen worden behaald. Als je geen helder beeld hebt van de uitvoering van je eindtermen, weet je ook minder goed of zij überhaupt haalbaar zijn. Het helpt ook in discussies om iets concreets te hebben zodat men een beter beeld heeft over de praktijk.

Ik heb een lessenserie gemaakt over het maken en beoordelen van Generatieve AI over een bepaald controversieel onderwerp. Dit ontwerp is verre van perfect en vraagt ook om nog verder onderzoek in de middelen. Zoals ik al vaker heb aangedragen is er een probleem met Generatieve AI en de AVG. Het voorstel dat ik doe zal niet waterdicht zijn, maar benadert veilig gebruik van Generatieve AI meer dat het programma dat op dit moment doet.

DuckDuckGo AI Chat is een platform waar je vier verschillende AI-modellen kunt gebruiken (Chat-4o, Claude, Llama, Mixtral). Het gebruik is anoniem, je hebt geen account nodig, en de gegevens worden na gebruik verwijderd. Hopelijk zullen er in de (nabije) toekomst meerdere van dit soort initiatieven worden gelanceerd zodat Generatieve AI beter in het onderwijs gebruik kan worden. ChatGPT heeft al een optie dat gegevens niet worden opgeslagen, maar vraagt nog wel om een account.

De opbouw van de les is kennisverwerving (les 1), verzamelen van data (les 2), data vergelijken en analyseren (les 3), ideeën over AI-modellen delen via een beschouwing (les 4). Bij het schrijven van deze beschouwing mogen ze geen gebruik maken van het internet. Het doel is namelijk dat ze laten zien dat ze inzichten hebben verworven in Generatieve AI, niet het verzamelen van informatie op internet. Huiswerk is minimaal zodat leerlingen meer tijd hebben om voor hun leeslijst te lezen.

Nakijken kan gedaan worden met behulp van een rubric, en hoeft niet per definitie met een cijfer worden afgesloten. Je kunt het ook beoordelen als handelingsdeel of punten toekennen voor een Digitale Geletterdheid portfolio. De beschouwing is weliswaar in het Engels, maar dient niet nagekeken te worden op grammatica en spelling, tenzij dit de communicatie hindert (ideeën zijn niet duidelijk, zinnen lopen niet logisch). Dit zorgt ervoor dat er een minder grote nakijkdruk is voor de docent. De kerndoelen van Eindterm N14 zijn leidend.

Conclusie

Het is zeker belangrijk om nieuwe technologie, zoals Generatieve AI, te behandelen in de les. Het zou wel beter zijn als scholen meer flexibiliteit krijgen in het behandelen van Digitale Geletterdheid over het hele PTA. Dit zou kunnen via een apart programma waar verschillende vakken elementen uit kunnen ‘adopteren’ en integreren in hun eigen PTA.

Het is belangrijk de doelen bij de eindtermen beknopt te houden zodat er ruimte blijft bij de docent om keuzes te maken in de verdieping en verbreding. We gaan van 26 doelen in het huidige systeem naar 84 doelen in het nieuwe systeem. Dit maakt het programma niet concreter maar vooral groter. Door terug te snijden naar de kern van ICT-vaardigheden houd je de doelen houdbaar voor de langere termijn en is het voor docenten duidelijker waar de eindterm over gaat.

Geachte leden van de commissie Onderwijs

Conceptexamenprogramma Engelse taal en cultuur – vwo

Commissiedebat : Curriculumherziening en de voortgangsrapportage masterplan basisvaardigheden

Twtter/X thread (met screenshots uit het programma)

Met dank aan Charlotte Goulmy voor het wegwijs maken in het schrijven van brieven aan de Tweede Kamer :).

Tekst kan typefouten bevatten, het is maandagnacht geschreven met weinig tot geen tijd voor een goede controle.

_________________________________________________

 

Geachte leden van de commissie Onderwijs,

Excuses voor de lange mail. Ik had zelf ook andere plannen voor mijn maandagavond, maar dit geeft aan hoe urgent de situatie is. 16 oktober aanstaande gaan jullie in gesprek over Curriculumherziening en de voortgangsrapportage masterplan basisvaardigheden en hoe belangrijk die zijn. Hieronder volgt mijn kritiek op dit programma. Ik heb de belangrijkste punten dikgedrukt, zodat mijn grootste zorgen duidelijk zijn. Deze mail is op persoonlijke titel.

Mijn naam is Wouter de Jong. Ik ben 18 jaar werkzaam in het onderwijs en werk op dit moment alweer 14 jaar als eerstegraads docent op het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Daarnaast ben ik lange tijd ICT&Onderwijs Coördinator geweest bij verschillende scholen. Didactisch zit ik grotendeels in de Directe Instructie hoek van het onderwijs, waarbij ik kritisch kijk naar wetenschappelijk onderzoek. Ik innoveer graag, ook digitaal, maar wel vanuit inzichten uit de cognitieve wetenschap.

Na het lezen van het Conceptexamenprogramma Engels vwo voelde ik mij genoodzaakt hier op te reageren omdat ik mij zorgen maak over de gevolgen van dit voorstel. Het zal de werkdruk van leerlingen en docenten verhogen, kansarme leerlingen in het nadeel brengen, en met het verheffen van het gebruik van experimentele technologie (Generatieve AI, zoals ChatGPT) grote risico’s met zich meebrengen.

Maar bovenal zie ik een groot probleem in de uitvoering. Met 20 eindtermen en 84(!) doelen binnen die eindtermen is het nog maar de vraag of dit programma überhaupt op een degelijke manier kan worden uitgevoerd in twee jaar. De kans is groot dat doelen worden afgeraffeld en afgevinkt. Tijd voor verdieping en beklijving is er nauwelijks, laat staan inspelen op gebeurtenissen uit de maatschappij.

Er wordt al jaren geroepen om rust in het onderwijs. We zitten met een groot lerarentekort. Dit programma zorgt voor meer werkdruk en minder ruimte voor de eigen professionele ontwikkeling en maakt het beroep minder aantrekkelijk. De kernvraag is, zijn grote domeinen B (Taalbewustzijn) en C (Cultuurbewustzijn) van zo groot belang dat ze in een MVT curriculum moeten worden verankerd?

Algemeen

Ieder curriculum dient om de zoveel jaar kritisch bekeken te worden en bijgesteld naar de huidige normen van de maatschappij. Daarbij moeten we het kerndoel van onderwijs niet uit het oog worden verliezen: de erfenis van onze beschaving overdragen aan de nieuwe generatie zodat zij daarop kritisch kunnen voortbouwen. Deze erfenis kan alleen kritisch en creatief benaderd worden met voldoende (domein)kennis.

Het lijkt erop dat er met dit programma meer is bijgekomen en dat taalverwerving ruimte moet maken voor zaken die eerder met taalkunde dan met Engels te maken. Er zijn maar liefst 20 eindtermen die afgesloten moeten worden. Daarnaast laten de suggesties bij deze 20 eindtermen allerlei voorbeelden zien met werkstukken, verslagen, en presentaties. Dit zal in de praktijk betekenen dat

  • Dit de werkdruk bij zowel leerlingen als bij docenten zal verhogen.
  • Eindtermen niet degelijk behandeld kunnen worden.
  • Zwakke leerlingen geen ruimte krijgen voldoende (domein)kennis eigen te maken.
  • Scholen minder ruimte krijgen hun eigen accenten te leggen.
  • Docenten minder ruimte krijgen hun passie binnen hun vak te kunnen delen met leerlingen.

Indien werkstukken en verslagen thuis gemaakt mogen worden, wordt dit zeer problematisch met Generatieve AI. Leerlingen kunnen nu massaal hun werkstukken via Generatieve AI laten doen. Wat overigens niet wil zeggen dat je nooit Generatieve AI moet gebruiken, maar wat wil je vandaag de dag nog bereiken met verslagen en werkstukken in de wereld van AI?

Het lijkt erop dat er in dit programma wordt vergeten dat we het hier hebben over leerlingen die nog een moderne vreemde taal eigen moeten maken. Het programma heeft er alle schijn van er vanuit te gaan dat leerlingen de taal voldoende beheersen om er analytisch naar te kijken. Sommige doelen gaan meer over filologie en taalkunde, over identiteit, over culturele bewustwording, maar niet over de Engelse taal.

Het gaat er niet om of het wel of niet belangrijk is, het gaat erom of het belangrijk genoeg is voor een eindterm. Ik vertel graag over de ontwikkeling van taal, maar om hier een eindterm van te maken wordt het verheven naar  een platform dat al bezet was door taalbeheersing. Leerlingen moeten Engels beheersen. Het zijn (nog) geen studenten Vergelijkende Taalwetenschappen. Daarbij kan een docent natuurlijk af en toe verdieping zoeken in dit mooie domein, maar een eindterm dwingt een tijdsinvestering af die de docent en zwakkere leerlingen niet altijd hebben.

Als laatste wil ik hier alvast aanstippen dat de verankering van het gebruik van Generatieve AI in het onderwijs praktische, juridisch, en morele bezwaren heeft. Ik ben op dit moment bezig met het schrijven van een artikel over Generatieve AI in het onderwijs en ben dus ondertussen redelijk ingelezen over deze techniek en de risico’s van Generatieve AI in het onderwijs. Het is nog te vroeg om deze experimentele technologie in een eindterm vast te leggen. Geef scholen de komende jaren eerst de gelegenheid Generatieve AI te onderzoeken alvorens dit te verankeren in een MVT programma.

Raamwerk met domeinen en subdomeinen (blz 10).

Bij de opmerkingen staat dat het CE schriftelijke, én auditieve, én audiovisuele bronnen gebruikt. Betekent dit dat het CE digitaal getoetst gaat worden? Omdat Engels een kernvak is, zal een compleet cohort in één keer het examen moeten doen. Hebben scholen voldoende ICT voorzieningen om dit te doen? Of is het idee dat er ook gesplitst getoetst mag worden? Zal er geld beschikbaar worden gesteld om dit te bewerkstelligen of zal dit van de lumpsum moeten worden bekostigd?

Het is overigens opvallend dat de huidige domeinen A, B,C en D nu allemaal worden samengevat in domein A. Er is ruimte gemaakt voor nieuwe eindtermen en doelen en er is dus minder ruimte voor taalvaardigheid.

Eindtermen

Eindterm 1 (p.11)

Geen opmerkingen. Dit is een prima eindterm. Niet te specifiek, genoeg invulling voor accenten van de docent.

Eindterm 2 (p. 11)

Wat mij betreft hoeven creatieve uitingen niet in een eindterm, maar ik zie als docent voldoende mogelijkheden om hier iets moois en waardevols van te maken. Het geeft een bredere benadering van taalgebruik.

De vraag is wel, hoe becijfer je creativiteit? Komen hier (suggestie) criteria voor vanuit SLO?

Eindterm 3 (p. 12)

Geen opmerkingen. Dit is het huidige domein B.

Eindterm 4 (p. 13)

Geen opmerkingen. Dit is het huidige domein A

Eindterm 5 (p. 14)

Is relatief nieuw, maar lijkt mij relevant.

Eindterm 6 (p. 14)

Geen opmerkingen. Dit is het huidige subdomein C2.

Eindterm 7 (p. 15)
Geen opmerkingen. Dit is het huidige subdomein C1.

Eindterm 8 (p. 16)

Geen opmerkingen. Dit is min of meer het huidige subdomein D1. Het socioculturele element zou er wat mij betreft uit mogen. Niet dat het niet belangrijk is, maar moet dit in een eindterm?

Eindterm 9 (p. 17)

Dit is Vergelijkende Taalwetenschappen. Waarom zou een VWO leerling deze expertise moeten ontwikkelen? Het is zeker interessant, maar is het belangrijk genoeg om verplicht kostbare lestijd aan te besteden? Een dergelijke vergelijking vraagt ook om een goede beheersing van de L2 talen (Engels, Frans, Latijn). Zonder degelijke domeinkennis is het lastiger talen te analyseren. Het blijft dan oppervlakkig en geeft weinig toevoeging.

Het vergelijken van talen op deze manier lijkt mij zeker interessant om te behandelen in de les en voor een deel doe ik dit al. Maar ik wil de ruimte behouden om extra taalverwerving te geven als de taalvaardigheid van leerlingen achterloopt. Anders krijg je weer meer schaduwonderwijs.

Eindterm 10 (p. 17)

Dit klinkt als een interessant project binnen het domein literatuur, maar als eigen eindterm lijkt mij overtrokken. Ook hier ben ik nu verplicht een plek in mijn lestijd te reserveren.

Eindterm 11 (p. 18)

Deze doelen krijgen meer betekenis binnen Domein A. De doelen zelf zijn nuttig voor het vwo, maar vallen mijns inziens onder taalvaardigheid, niet Taalbewustzijn.

Eindterm 12 (p. 19)

Dit is onderdeel van mijn beroep: hoe maak je Engels eigen? Om hier weer opdrachten aan te koppelen (presentaties, portfolio, taalleerplan) is onnodige werkdrukverhoging bij de leerling en de docent. Ook de notie dat je als leerling het gewoon AI kunt vragen heeft een aantal problemen die ik bij eindterm 14 zal bespreken.

Eindterm 13 (p. 20)

Dit voegt weinig toe aan taalvaardigheid van Engels. Het valt mij ook op dat hier constant gesproken wordt over meertaligheid. We hebben het hier over het curriculum Engels maar in dit domein gaat het meer over taalbewustzijn in zijn algemene vorm. Ook hier lijkt men te vergeten dat Engels hier een moderne vreemde taal is waar leerlingen tijd en ruimte voor nodig hebben om eigen te maken.

Eindterm 14 (p. 20)

Deze eindterm heeft één van mijn grootste bezwaren. Zoals gezegd ben ik met een verdiepend artikel bezig over Generatieve AI in het onderwijs. Ik zal probereren het beknopt te houden.

Om te beginnen is het opvallend dat er gesproken wordt over ‘experimenteren’. We hebben het hier over eindtermen die beoordeeld moeten worden. Hoe beoordeel ik ‘experimenteren’?

Ten tweede is het opvallend dat er gehint wordt naar Generatieve AI, maar niet benoemd. Veel AI geven alleen toestemming voor gebruik vanaf 18 jaar. Bij ChatGPT is dit 13 jaar met toestemming van ouders. Wat als een ouder geen toestemming geeft? Er zijn mogelijkheden voor open source (bijvoorbeeld via misschien Kennisnet?), maar dat heeft tijd nodig.

Ten derde zijn scholen verplicht een AVG-overeenkomst te sluiten met externe bedrijven (de Europese GDPR) omdat leerlingen gebruik maken van hun diensten. Moeten scholen nu een AVG-overeenkomst proberen te sluiten met bedrijven als OpenAI, Anthropic en Meta? Dit is sowieso een interessant vraagstuk omdat niemand, ook de ontwikkelaars niet, weet wat er binnen Generatieve AI gebeurt. Er kan niet bekeken worden wat de AI met de data doet. Dit moet echt eerst onderzocht worden alvorens dit in een curriculum te verankeren.

Generatieve AI wordt nu gedomineerd door Big Tech. Miljardenbedrijven die al decennia proberen het onderwijs te domineren omdat dit een lucratieve markt is. Door kennisoverdracht en didactiek over te hevelen naar deze bedrijven, in hoeverre blijft er dan nog handelingsvermogen over bij de docent?

Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat Generatieve AI niet gaat om waarheid. Feit en fictie hebben dezelfde waarde binnen Generatieve AI. Ook is de vraag, willen we onze leerlingen domeinkennis bijbrengen of Generatieve AI leren lezen, een geavanceerde numerieke voorspellingsmachine?

Generatieve AI staat nog in de kinderschoenen, dit vastleggen in een curriculum voor de komende jaren kan schadelijk zijn. De laatste maanden komen er steeds meer scheurtjes in de hoge verwachtingen van Generatieve AI en het is onverstandig deze technologie in een programma te verankeren. Het lijkt alsof de opstellers zelf verwonderd zijn over deze technologie, maar niet voldoende kennis hebben om AI kritisch te beoordelen. Alsof dit erin moest omdat we nu in de hype zitten.

Ik ben zeker geen tegenstander van AI in het onderwijs, ik gebruik het dagelijks voor verrijking van mijn onderwijs, maar we weten er op dit moment nog te weinig over hoe het aansluit op de cognitieve wetenschap en onderzoeken over effectief leren. Generatieve AI in je curriculum zetten brengt een onnodig risico.  Generatieve AI kan kennis en vaardigheden bij leerlingen ontnemen. Ik heb het gevoel dat de risico’s zwaar onderschat worden. Het zijn niet de leerlingen die in eerste instantie Generatieve AI kritisch moet benaderen, maar de overheid, de onderwijsinstellingen, en de docenten.

Eindterm 15 (p. 21)

Dit is het oude domein F: Oriëntatie op studie en beroep, maar dan meer uitgewerkt. Lijkt mij verder prima.

Eindterm 16 (p. 22)

Het valt op dat het lezen van literatuur uitgebreid is met allerlei eisen. Het lijkt mij voor de leesbevordering van jongeren niet verstandig allerlei verplichtingen op te leggen. Kwaliteitskaders moeten er zeker zijn, maar leg niet te veel op aan leerlingen en docenten.  Geef hen de ruimte om zelf projecten op te zetten en leeservaringen op te bouwen.

Verder is de inhoud van eindterm 16 prima.

Eindterm 17 (p. 23)

Ik vraag mij af hoeveel presentaties men wil dat leerlingen doen. Het wordt zo vaak als suggestie gegeven. Maar presentaties afnemen kost veel leertijd en dienen tactisch ingezet te worden.

De kijk op de wereld van de auteur lijkt mij minder belangrijk voor een moderne vreemde taal. Interessant als je het als docent kunt bespreken, maar leg de verplichting niet op. Geef docenten ruimte en vertrouwen.

Eindterm 18 (p. 23)

Zie eindterm 16. Voeg eindtermen 16, 17, en 18 samen met kwaliteitsborging maar ook ruimte.

Eindterm 19 (p.24)

Dit gaat over burgerschap. Op zich is de insteek niet verkeerd. Het kan worden gecombineerd met andere eindtermen. Maar wederom moet de leerling weer produceren, presteren, bewijzen. En dat moet dan ook weer nagekeken en besproken worden.

Eindterm 20 (p. 25)

Deze eindterm kan veel beter worden opgenomen in Subdomein A3 en eindterm 19.

Aanbevelingen

Dit programma is simpelweg te veel voor mij als docent om degelijk les te kunnen geven. Bepaalde elementen zouden niet misstaan op universitaire studies van Vergelijkende Taalwetenschappen, Sociologie, en Antropologie. En hoewel ik dit mooie, waardevolle studies vind, zal dit ten koste gaan van mijn primaire taak: jongeren Engels bijbrengen. Het moet veel compacter zodat er ruimte ontstaat om contact met de leerling te kunnen maken, persoonlijke accenten te kunnen leggen, en alle leerlingen op alle niveaus mee te krijgen.

Daarnaast is het aantal werkstukken, presentaties en portfolio’s opvallend. Dit geeft leerlingen en docenten onnodig veel studielast en werkdruk. Ook met de komst van Generatieve AI zijn deze producten in waarde gedaald en moeten er andere meetinstrumenten worden gevonden om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.

Ik ben geen onbekende met Generatieve AI en altijd zeer geïnteresseerd geweest in nieuwe ontwikkelingen in de ICT, maar Generatieve AI brengt op dit moment nog te veel risico’s met zich mee om op te nemen in een nationaal curriculum. Het voelt als meeliften op de hype, maar nog niet zo goed weten wat de meerwaarde is (en wat de regelgeving zegt over het gebruik van Generatieve AI).

Beperk literatuur ook tot één eindterm en geef docenten en scholen de ruimte hier invulling aan te geven.

Dit programma raakt jongeren uit een kansarme omgeving. Zij hebben minder voorkennis over de wereld en zullen meer moeite hebben met domeinen B en C mee te draaien waardoor zijn minder aan taalvaardigheid kunnen werken.

Al sinds het begin van Onderwijs 2032 en daarna met curriculum.nu is er een trend bij beleidsmakers om meer projectmatig te werken, kennis op een zijspoor te zetten, en te richten op individuele ontwikkeling, de zogenaamde 21st century skills. Die lees ik tussen de regels door wederom in dit voorstel. Mijn hoop als docent in deze groep mensen wiens ideeën altijd weer ergens de kop opsteken is allang verdwenen. De enige invloed die ik nog heb is mijn (praktijk)kennis delen met de politiek in de hoop dat degenen die het laatste oordeel vellen dit, wederom, een halt toeroepen.

Ik hoop dat u de tijd hebt kunnen vinden om deze brief te lezen en het Engels onderwijs verdedigen tegenover dit gevaarte. Het zou een mooi verjaardagscadeau zijn.

Met vriendelijk groet en grote hoop,

Wouter de Jong