Gamification leent zich goed voor groepsdruk. Je kunt echter niet van tevoren garanderen dat er alleen positieve groepsdruk plaats zal vinden in je spel. Als er kans is op positieve groepsdruk, zal er ook kans zijn op negatieve groepsdruk.
Boeken vergeten
Toen ik merkte dat steeds meer eersteklassers hun werkboek of tekstboek vergaten, ben ik begonnen met het uitzetten van de eerste competitie tussen de klassen (Huizen). Ik wilde het niet direct of indirect koppelen aan een cijfer en dan blijft eigenlijk alleen nog een badge (sticker) over. De klas die het vaakst de meeste boeken bij zich heeft, krijgt een badge. Alleen dat Huis krijgt de badge. Aan het begin van de les moeten leerlingen hun werkboek en tekstboek omhooghouden (open als het gekaft is). Ik kijk of iedereen zijn of haar boek bij zich heeft en schrijf het percentage op. Aan het einde van de module vergelijk ik de totaalscores.
Ik pas dit systeem nu anderhalve week toe en tot nu toe heeft iedereen zijn boeken altijd bij zich. Ik heb zelfs de extra regel bedacht dat als er aan het einde van de module een gelijke stand is, alle klassen die de eerste plek delen, hun badge krijgen.
Je kunt zeggen dat het idee tot nu toe positief uitpakt. Er schuilt echter wel een gevaar in dit systeem. Een leerling die zijn boeken is vergeten, kan daar op worden aangesproken door de rest van de klas. Pestgedrag ligt op de loer. Om dit te voorkomen heb ik dit ook aan het begin benoemd. Je mag niet boos worden op een klasgenoot als hij of zij boeken is vergeten. Het bij je hebben van alle spullen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Elke klas heeft een Whatsapp groep. Ik heb de suggestie gedaan dat leerlingen de avond vóór de Engelse les een berichtje in de groep kunnen zetten dat ze niet hun boeken moeten vergeten.
Het blijft afwachten wat de klassen zullen doen als iemand zijn boeken is vergeten. Ik moet als docent dan goed aanvoelen hoe de groep hierop reageert.
Duolingo Ace Badge
Een ander voorbeeld waar ik groepsdruk gebruik is de Duolingo Ace Badge. Als leerlingen een aantal Duolingo opdrachten hebben gemaakt (overigens makkelijk bij te houden via schools.duolingo.com) krijgen ze hier een badge voor. De badges worden in hun snelhechter op een A4-tje geplakt. Deze badges kan je individueel verdienen. Ik heb echter een aantal vraagtekenhokjes van tevoren gemaakt om spontane ideeën een badge-plekje te geven. Vandaag kwam een leerling met zo’n spontaan idee.
Het viel mij op dat in één klas (House Aries) er nog maar één leerling één Duolingo opdracht moest maken en dan had iedereen alles af voor deze module. Laten we deze leerling Christiaan noemen. Ik zei toen dat het mooi zou zijn voor het Huis als Christiaan die opdracht zo snel mogelijk zou afronden zodat House Aries het eerste Huis zou zij die alle Duolingo af zou hebben. Een andere leerling, laten we haar Kristel noemen, kwam toen met de suggestie: “Meneer kunnen we daar een badge voor krijgen?” Ik reageerde heel veilig met “….misschien…”, om mijzelf wat meer bedenktijd te geven.
Ik heb uiteindelijk er voor gekozen de badge wel te maken (en uit te delen als Christiaan zijn opdracht af heeft). Aan de ene kant zou je kunnen zeggen dat een klas extra druk op een leerling kan uitoefenen om de opdrachten te maken, of dat zij de opdrachten voor Christiaan gaan maken. Maar aan de andere kant kunnen leerlingen wel meer gemotiveerd worden werk te verzetten omdat het niet alleen hen, maar de hele groep iets oplevert. Het is wederom zaak als docent goed de groepsdynamiek in de gaten te houden.
Voetbal
Dat doet mij eigenlijk denken aan voetbal. Als je naar een potje voetbal kijkt, kan een speler wel eens een eigen doelpunt maken, of de keeper kan een verschrikkelijke misser hebben en de bal in eigen doel gooien. Het is afhankelijk van het team hoe er met dit verlies wordt omgegaan. Vaak zie je in teamsporten dat dit sportief wordt opgevangen: een goed team accepteert persoonlijke fouten die de groep ten nadele komen.
In een klas hangt het er maar met vanaf hoe de sfeer is. Hierbij moet je als docent beseffen dat je niet alleen scheidsrechter bent, maar ook een coach die een team kan leren hiermee om te gaan. In Project 1 heb ik niet voor niets de klassen omgedoopt tot Huizen. Ik wil dat ze trots zijn op hun Huis; het ‘identity principle’ van James Paul Gee in What Video Games have to teach us about Learning and Literacy. Het omgaan met fouten van anderen dat ten nadele is van jou, is daar onderdeel van.
Denk overigens niet dat het ‘maar’ om een stickertje gaat. Net als dat je kunt zeggen dat het ‘maar’ een balletje is die over een witte lijn rolt, staat die sticker voor iets groters dan alleen een plakrandje. Tijd zal het leren wat er gaat gebeuren wanneer iemand per ongeluk zijn boeken vergeet, want het is niet een vraag of, maar wanneer. En ik zal als coach het team moeten begeleiden in het omgaan van deze tegenvaller.