Engels / 2014
133 bladzijden
ISBN: 0415746825
ISBN13: 9780415746823
Wat wil het boek vertellen?
Daisy Christodoulou spreekt zich tegen het verdwijnen van kennisverwerving in het onderwijs. Hiervoor in de plaats verschijnen steeds meer onderwijsmythes. Voor Christodoulou zijn er twee ‘kernmythes’: feiten belemmeren begrip en docentgestuurd onderwijs is passief. Daarnaast zijn er vijf afgeleide mythes: de 21ste eeuw verandert alles, je kunt het altijd opzoeken, je moet leerlingen vaardigheden leren om met veranderlijke situaties om te gaan, projecten en activiteiten zijn de beste manier om te leren en kennis doceren is indoctrineren. De hoofdstukken zijn onderverdeeld in ‘wat is de mythe?’, ‘hoe wordt het toegepast?’ en ‘waarom is het een mythe?’.
In helder taalgebruik zet Christodoulou de mythes uiteen. Het zijn vooral beleidsmakers en onderwijskundigen die vaak zonder veel wetenschappelijk bewijs met allerlei theoriën komen die het leren van feiten ontwijken. We moeten als docenten echter beseffen dat kennis nodig is als grondbeginsel voordat je het kunt toepassen. We verwachten dat leerlingen al op jonge leeftijd zelfstandig onderzoek kunnen doen, maar voor degelijk onderzoek moet je jaren leren, anders blijft het niets anders over dan gezellige luchtfietserij.
Daisy Christodoulou onderbouwt haar theoriën met heel veel wetenschappelijk onderzoek en artikelen. Het is vooral de cognitieve wetenschap die aantoont hoe we effectief leren, maar zelden wordt dit gebruikt in onderwijskundige theoriën. Zo ligt voor de cognitieve wetenschap de nadruk op efficiënt leren in het lange termijngeheugen. Dat geheugen zorgt er niet alleen voor dat je het langer kunt onthouden, maar ook dat je beter verbanden kunt leggen en nieuwe concepten kunt begrijpen. Hoe voller dit lange termijngeheugen is gevuld met kennis van de wereld, hoe makkelijker en sneller je de wereld begrijpt. Het is om deze reden dat stof zoals literatuurgeschiedenis en kunst indirect hun nut hebben.
Daarnaast hebben leerlingen meer baat bij directe instructie en minder aan het zelf uitzoeken. Er is zeker plaats voor activerende werkvormen, maar vaak wordt kennisverwerking op een tweede plaats gezet. Daar wringt voor Christodoulou de schoen: alleen met gedegen kennis kan je leren conceptueel denken en sociale verschillen tussen leerlingen verkleinen.
“If we want pupils to have good conceptual understanding, they need more facts, not fewer.”
Daisy Christodoulou
Het boekje was heel verfrissend en helpt mij niet te vergeten waar het uiteindelijk om gaat: mijn leerlingen met een flinke koffer kennis verder het leven in sturen zodat ze betere zelfstandige keuzes kunnen maken. Vanuit een taal is het logisch dat je alleen goed kunt spreken en schrijven wanneer je een goede beheersing van de vocabulaire en grammatica hebt. Het helpt niet om woordjes op het internet op te zoeken, dan ben je te lang bezig en ben je niet conceptueel aan het denken.
Waar Christodoulou niet bij stilstaat, maar wel degelijk ook zeer belangrijk is en nog meer gaat worden is dat waarheid en feiten steeds meer onder druk komen te staan. Niet alleen is met de komst van Trump een aanval geopend op de wetenschap, maar al jaren hebben we het probleem van de ‘filter bubble’: Google en Facebook laten vooral zien wat bij je past, waar jij een voorstander van bent, zodat je niet het hele plaatje te zien krijgt. Als je het hebt over ’21st century skills’, dan voorspel ik dat kennisverwerving een cruciale rol gaat spelen. In een toekomst waar steeds meer censuur op het internet wordt toegepast en politiek en populisme belangrijker zijn dan waarheidsvinding zal je als individu met een behoorlijke portie eigen kennis jezelf moeten weren tegen populistische beweringen of voorgebakken zoekresultaten.
Zonder feitenkennis heb je moeite met conceptueel denken.
“21st Century Skills is [often] a codeword for removing knowledge from the curriculum. And removing knowledge from the curriculum will ensure that pupils do not develop 21st century skills.”
Daisy Christodoulou
Wat ga ik toepassen in mijn lessen?
Project 1 werkt al heel veel met kennisverwerving. Zowel de grammatica als woordenschat worden met herhaling en inslijping eigen gemaakt. Het zijn vooral de projecten zoals de “Quartets game” in klas 5 en de “Interactive Fiction” in klas 3 die ik tegen het licht ga houden. De kennisverwerving is daar schaars en dat kan beter.
Het boekje heeft voor mij ook aangetoond dat er weldegelijk een meerwaarde is voor literatuuronderwijs en literatuurgeschiedenis. Op dit vlak zal ik ook meer letten op kennisverwerving en niet alleen op projectjes.