Peer feedback – het mes snijdt aan twee, misschien wel drie, kanten

Peer feedback kan een waardevolle bijdrage leveren aan het leerproces van zowel de feedbackgever als feedbackontvanger. Peer feedback kan ook de werkdruk van de leraar verlagen en het leerrendament verhogen mits het goed is geïmplementeerd. Echter, peer feedback vraagt om een goed doordacht plan en heldere begeleiding anders vervalt het tot niets anders dan bezigheidstherapie.

Wanneer je peer feedback wilt laten geven, moet je als leraar natuurlijk zelf al redelijk bekend zijn met effectieve feedback. In mijn artikel over “AI feedback” onderzoek ik wat waardevolle en effectieve feedback is. Een belangrijk boek hiervoor is Feedback in de klas: Verborgen Leerkansen van Stijn Vanhoof en Geert Speltincx. Feedback is een gesprek over een proces met als doel het creëren en vormen van denkprocessen in de leerling zodat zij uiteindelijk zelfstandig kunnen handelen.

Peer feedback kan een belangrijk onderdeel zijn in de vorming van die denkprocessen en hierbij snijdt het mes aan twee kanten. Zowel in het geven als in het ontvangen van feedback zit een waardevolle bijdrage. Peer feedback leert leerlingen kritisch naar een schrijfproduct te kijken en inhoudelijke feedback te geven, maar leert ook hoe met die kritiek om te gaan. Het is daarom ook belangrijk om in je lesontwerp goed na te denken over wanneer je peer feedback het beste kunt inzetten. Dit is afhankelijk van de taak, de doelen, en het leerproces.

Bewuste receptie
Feedback via medeleerlingen is vaak minder kwalitatief dan feedback van docenten. Toch is leerlingfeedback zeer waardevol. In het artikel Improving the effectiveness of peer feedback for learning (2009) spreken Sarah Gielen et al. over ‘bewuste receptie’ (‘mindful reception’): leerlingen denken meer na over peer feedback dan wanneer ze deze van een expert krijgen: “De bedenkingen [over de peer feedback] van de leerlingen brachten hen ertoe bevestiging te zoeken door instructiehandleidingen te raadplegen, de leraar te vragen en/of meer zelfcorrectie uit te voeren.” Leerlingen hebben de neiging om meer aan de slag te gaan met feedback van klasgenoten. De leraar is de expert, dus die zal wel gelijk hebben, maar klopt het wel wat de medeleerling zegt?

Dat wil niet zeggen dat feedback van een expert minder waardevol is, of dat leerlingen minder leren van de feedback van een expert. Feedback van een expert kan beter later in het leerproces plaatsvinden. Omdat leerlingen in eerste instantie feedback op elkaar hebben gegeven, kan de expert zich meer richten op complexere zaken. Ook bewaakt de expert de kwaliteit van het eindproduct Als laatste geeft peer feedback ook een beeld van wat leerlingen weten over de stof en of er algehele misvattingen zijn ontstaan in de klas. Hiermee geeft peer feedback indirect ook feedback aan de leraar.

Cognitieve overbelasting

Zoals bij veel elementen in het leerproces moet de leraar waken voor cognitieve overbelasting. Ons werkgeheugen kan maar een beperkt aantal stukjes informatie vasthouden. Het is daarom belangrijk gerichte doelen voor ogen te hebben en leerlingen gericht feedback te laten geven op die doelen. Een Single-point rubric kan hier goed werken.

Single-point rubric
Een single-point rubric helpt om leerlingen gericht feedback te laten geven: “Door een rubric te beperken tot één punt bied je leerlingen of studenten focus, niet alleen in termen van waarop ze zelf letten, maar ook om elkaar feedback te geven.” (Formatief Handelen, p. 46).

Een single-point rubric helpt om een aantal basiselementen te controleren. Het is snel en makkelijk toe te passen in de les. Een single-point rubric is echter wel beperkt. Het geeft ruimte om basale of nietszeggende feedback te geven.

Gesloten of open vragen?

Via Gisbert van Ginkel kwam ik op het artikel “Improving Student Peer Feedback” (2003) van Linda B. Nilson. In dat artikel wijst Nilson op de gevaren van slecht geïmplementeerde peer feedback: “De typische op beoordeling gebaseerde feedbackvragen geven studenten emotioneel beladen taken die zij cognitief niet goed kunnen uitvoeren en die laksheid toelaten.” In een lange lijst van problemen met peer feedback (‘over het algemeen niet kritisch’, ‘niet betrokken’, ‘inconsistent’, ‘onnodig hard en soms zelfs venijnig’) geeft zij aan dat peer feedback zeer problematisch kan zijn, al was het niet dat leerlingen niet verantwoordelijk willen zijn voor een lager cijfer voor een medeleerlingen. Dat laatste vind ik overigens opvallend. Is dit niet een probleem van slechte instructie en/of verkeerde implementatie?

Nilson legt de verklaring van slechte peer feedback bij de manier waarop vragen worden gesteld: “Alle items vereisen dat de studenten een oordeel vellen over een medestudent.” Ook helpt het niet als vragen eigenlijk neerkomen op ‘ja/nee’ antwoorden. De oplossing ligt volgens Nilson dan ook in het stellen van de juiste vragen aan de feedbackgever.

Vragen die Nilson voorstelt (en het is een behoorlijke lange lijst) zijn onder andere:

  • Wat denk je dat de stelling van de paper/de speech is? Parafraseer het hieronder.
  • Zet sterren rond de zin waarvan je denkt dat het de stelling is in deze paper.
  • Noteer hieronder de belangrijkste punten van de paper/de speech/het project.
  • Wat denk je dat het sterkste bewijs is voor de positie van de schrijver/spreker? Waarom?
  • Onderstreep alle logische overgangen die je tegenkomt in de paper.
  • Zet haakjes om elke zin die je bijzonder sterk of effectief vindt.
  • Als lid van het beoogde publiek, welke vragen zou je hebben na het lezen van de paper/het luisteren naar de speech?

De vragen zijn meer open en de vragen geven meer ruimte om feedback te geven in hoe een tekst overkomt. In plaats van te vragen of er verbindingswoorden worden gebruikt, geeft Nilson de voorkeur voor de vraag ‘onderstreep alle logische overgangen die je tegenkomt in de tekst.’ De vragen bieden meer ruimte voor reflectie en uitleg. Het nadeel is wel dat het meer tijd kost en dat het niet altijd duidelijk is wat er wordt bedoeld met de vraag: wat is een logische overgang? Wat maakt een logische overgang?

Toch ben ik het niet helemaal eens met Nilson dat open vragen automatisch beter zijn dan gesloten vragen. Ik denk dat gesloten vragen weldegelijk een plek kunnen hebben in peer feedback. De vraag is namelijk wat je wilt bereiken met de feedback. Open vragen kunnen zeker meer waardevolle feedback opleveren, maar soms wil je gewoon controleren of leerlingen zich houden aan de basis. Dit is ook de kracht van een single-point rubric. Gesloten vragen zullen daarom ook eerder aan het begin van het leerproces zitten daar waar open vragen betere feedback opleveren later in het leerproces.

Ongeacht of je werkt met gesloten of open vragen, je zult je leerlingen moeten instrueren hoe zij constructieve feedback kunnen geven en waarom ze dat doen. Het feit of een vraag open of gesloten is, neemt niet het risico weg dat een reactie venijnig kan zijn. Er moet voldoende veiligheid worden ervaren door de leerlingen om feedback te geven en te ontvangen. Het moet onderdeel zijn van een gezamenlijk doel: de klas beter maken in schrijven.

Relay Feedback

Relay feedback is een schriftelijke peer feedback vorm dat in serie wordt gegeven. Ik heb deze vorm bedacht om meerdere leerlingen feedback te laten geven op één schrijfproduct waarbij de schrijver zelf de feedback toepast. Feedback van meerdere peers zorgt voor meer complexe reparaties dan wanneer feedback door één leerling wordt gegeven of door een leraar zoals ook Sarah Gielen et al. hebben aangeven.

Het geeft de leerling ook informatie om over na te denken. Niet iedere feedbackgever zal over dezelfde punten dezelfde feedback geven en daar waar de één een compliment geeft, zal de ander misschien een punt van aandacht hebben. Het is om deze reden dan ook aan te raden dat de feedback anoniem gegeven wordt. Zo kan de waarde van de feedback niet worden ingeschat op basis van een naam.

Voorbereiding
Maak een feedbackformulier naar aanleiding van je doelen op A4-formaat. Kopieer deze bladzijde vier keer en print de vier pagina’s uit als één A3. Vouw de A3 zodat je nu een mini-boek hebt met een feedbackformulier aan alle vier de kanten. Schuif het schrijfproduct in de A3 en deel willekeurig uit.

Eerste feedbackronde
Leerlingen krijgen, afhankelijk van de taak, 8 tot 10 minuten om het product te lezen en het feedbackformulier in te vullen. Daarin staan de belangrijkste punten bovenaan en de minst belangrijke onderaan. Dit is om te waarborgen dat wanneer de leerling geen tijd meer heeft, wel de belangrijkste elementen heeft behandeld. Na deze sessie schuiven de leerlingen het product terug in de A3.

Tweede en derde feedbackronde
De leraar neemt de formulieren in en deelt ze weer willekeurig uit. Zorg ervoor dat leerlingen niet de feedback lezen van de andere leerling(en. Dan krijgen de leerlingen weer 8 tot 10 minuten de tijd om het schrijfproduct van feedback te voorzien. Wanneer de leerlingen klaar zijn met feedback geven, mogen ze de feedback van de andere leerling lezen (dit was een verzoek vanuit mijn eigen leerlingen).

Dan vouwen de leerlingen het formulier binnenstebuiten zodat de geschreven feedback aan de binnenkant staat. Ze schuiven het formulier weer terug in de A3 en je haalt de bundeltjes op. Dan doe je nog een derde sessie.

Afsluiting
Na de derde ronde neem je alle formulieren in. Afhankelijk van de lengte van je les geef je de formulieren of dezelfde les of de volgende les terug aan de schrijver om de feedback te laten verwerken in een compleet herschreven schrijfproduct. Maak er geen huiswerk van. Dit product leveren de leerlingen, met hun eerste versie en de relay feedback, in bij de leraar zodat hij of zij deze kan voorzien van schriftelijke of audio feedback.

Afsluitend

Peer feedback kan een waardevolle bijdrage aan het leerproces geven mits het doordacht en goed voorbereid wordt ingezet. Bij peer feedback vindt er op twee manieren een leermoment plaats: het is zowel leerzaam voor de feedbackgever als de feedbackontvanger. Daarbij hoeft de feedback niet perfect te zijn. Juist omdat de feedbackgever ook een lerende is, zal de feedback kritischer benaderd worden.

Peer feedback kan de docent ook meer tijd en ruimte opleveren om zich te richten om meer complexe elementen in een veelal latere fase van de taak. Peer feedback geeft ook indirect feedback aan de leraar waar er misconcepties zijn ontstaan in de klas. Hierbij snijdt het met niet aan twee, maar eigenlijk drie kanten.

Punten om rekening mee te houden als je met peer feedback aan de slag wilt gaan.

  • Zorg voor een logische plek voor peer feedback in het leerproces.
  • Zorg voor een logische plek in het leerproces voor gesloten en open peer feedback vragen.
  • Zorg voor duidelijke instructie over hoe je leerlingen kwalitatieve feedback kunnen geven.
  • Gaat het om het beheersen van gerichte doelen, overweeg een korte single-point rubric.
  • Zorg voor duidelijke feedbackformulieren om leerlingen te begeleiden in hun feedback.
  • Laat leerlingen zelf de feedback verwerken in hun schrijfproduct.
  • Waar mogelijk, laat meerdere leerlingen feedback geven op eenzelfde product zonder eerst elkaars feedback te lezen. Relay feedback kan hierbij helpen.

 

Sarah Gielen, Elien Peeters, Filip Dochy, Patrick Onghena, Improving the effectiveness of peer feedback for learning, 2009

Wouter de Jong, AI feedback: here be dragons, 2025

René Kneyber, Dominique Sluijsmans, Bianca Wilde, Valentina Devid, Formatief handelen: Van instrument naar ontwerp, 2022

Linda B. Nilson, Improving Student Peer Feedback, 2003

Stijn Vanhoof en Geert Speltincx, Feedback in de klas: Verborgen leerkansen, 2021

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *