Flash fiction kan flexibel worden ingezet. Je kunt de opdracht vrij makkelijk aanpassen naar een thema of bepaalde lesinhoud. Flash fiction kent verschillende definities, maar de algemene consensus lijkt een verhaal van onder de 1000 woorden. Flash fiction, ook bekend onder short short story, is vrij kort en geeft de lezer veel ruimte om het niet vertelde zelf te bedenken. Een bekend voorbeeld is het volgende zeer korte verhaal: “For sale: baby shoes, never worn”. Flash fiction is de kunst van het weglaten, maar op zo’n manier dat er nog steeds een verhaal wordt verteld.
Voor mijn opdrachten laat ik leerlingen een verhaal van minimaal 300 woorden schrijven. Dit kunnen leerlingen binnen 20-25 minuten af hebben. Iedere opdracht heeft een aanzet (‘prompt’) en een begrenzing. Deze aanzet en begrenzing zorgen ervoor dat leerlingen een creatieve oplossing binnen kaders moeten bedenken. Zijn deze er niet, dan hebben de leerlingen de neiging bekende paden te bewandelen. Als je meerdere opdrachten wilt geven, wissel van aanzet om iedere opdracht interessant te houden.
De aanzet
Er zijn vele mogelijkheden voor een aanzet. Hier volgen een aantal voorbeelden.
De zin
Leerlingen moeten een zin letterlijk overnemen in hun verhaal. Dit kan de beginzin zijn, of de eindzin, of zij mogen zelf bepalen waar ze de zin plaatsen.
De tekst
De tekst is een uitbreiding op de zin. Het geeft meer informatie over de setting, het plot, en de personen in het verhaal. Je kunt een bestaand verhaal kiezen (bijvoorbeeld een stukje uit een boek om een leerling te interesseren om het boek te gaan lezen) of zelf iets schrijven.
De verhaaldobbelstenen ([Rory’s] story cubes)
Story cubes geven leerlingen het gevoel zelf hun lot in handen te hebben en toch de spanning te geven wat ze zullen gooien. Ik pas altijd de volgende procedure toe, maar je kunt natuurlijk vele variaties bedenken.
Een leerling gooit drie dobbelstenen. Eén van de drie mag de leerling opnieuw gooien. Dan maakt de leerling een foto van de drie dobbelstenen (handig als leerlingen in meerdere lessen aan hun opdracht mogen werken). De afbeeldingen op de dobbelstenen mogen letterlijk of figuurlijk ‘gelezen’ worden.
Ik heb een complete klassenset gekocht van ongeveer 100 dobbelstenen, maar dit is niet noodzakelijk. Met een setje van negen kunnen drie leerlingen tegelijkertijd gooien, waarna ze de dobbelstenen kunnen doorgeven.
Je kunt ook kaartjes maken met iconen en leerlingen kaartjes laten trekken (al blijven dobbelstenen wel magischer). Flaticon.com en iconmonstr.com zijn interessante websites voor gratis iconen.
De afbeelding
Leerlingen krijgen 3 afbeeldingen te zien rondom hetzelfde thema en kiezen er één uit waarover ze een verhaal schrijven. Ik geef leerlingen graag keuze in de afbeeldingen om een stukje eigenaarschap te geven.
Je kunt veel rechtenvrije afbeeldingen vinden op pexels.com en unsplash.com. Ook The Guardian heeft van tijd tot tijd mooie fotoseries binnen een thema. Verlaten gebouwen doen het overigens altijd goed.
De litslit
De litslit is een (fictief) gescheurde pagina uit een boek. De opdracht voor de leerling is het verhaal af te schrijven, maar wel zo dat het aansluit op de volgende regel. Ook hier kan je leerlingen laten interesseren over het echte verhaal. Welke keuzes heeft de leerling gemaakt, welke keuzes de schrijver? Deze opdracht kan goed werken als introductie op een leesproject.
Begrenzing
De aanzet vormt al een vorm van begrenzing, maar je kunt nog meer begrenzingen aangeven. Let wel, creatief schrijven blijft een spel tussen vrijheid en kaders. Te veel kaders beperken te veel vrijheid en hier zullen veel leerlingen afhaken. Er moet ruimte blijven voor een eigen stem. Ik zou niet meer dan twee extra begrenzingen gebruiken bij creatieve schrijfopdrachten. Deze begrenzingen kunnen voortkomen uit andere lessen over literatuur of taalvaardigheid. Hier volgt een lijstje met ideeën:
- verhaalperspectief
- grammaticale onderdelen
- een x aantal woorden uit de te leren woordenlijsten
- setting
- bepaald(e) woord(en) niet gebruiken
- x aanrtal alliteraties
- (deel van) Freytag’s Pyramid
- alleen (of geen) dialoog
- gebruik van bepaalde kleuren
Meer weten over flash fiction?
<Everything You Need To Know About Flash Fiction> (Joanna Smith)
Field Guide to Writing Flash Fiction (ed. Tara L. Masih)
<Flash Fiction Online>